Operation Manual

18 | VOERTUIGVERWARMINGEN – TECHNISCHE DOCUMENTATIE
3 BEDIENING EN INSTELLING
Weergave bij luchtverwarmingen in de permanente
verwarmingsmodus (fabrieksinstelling).
∞
OPLETTEN A.U.B.!
Na het inschakelen wordt gedurende 2 seconden „On“
en aansluitend de resterende bedrijfsduur of
bij
luchtverwarmingen weergegeven.
Tijdens het verwarmen kan naar een ander menupunt
worden omgeschakeld. Bij het menupunt VENTILEREN
de bedrijfsduur controleren, eventueel instellen.
Indien het symbool
niet wordt weergegeven is het
menupunt Aanvullend apparaat niet ingeschakeld.
Het aanvullend apparaat, bijv. een 2
e
verwarming, kan
gelijktijdig met de 1
e
verwarming met een verschil-
lende modus en met verschillende waarden voor de
ingestelde temperatuur en de bedrijfsduur worden
gebruikt.
De gewijzigde bedrijfsduur wordt tijdens de volgende
start opnieuw aangeboden.
AANVULLEND APPARAAT AAN – BIJV. BIJ EEN
2
E
VERWARMING DE FUNCTIE VENTILEREN
INSCHAKELEN
De afstandsbediening met behulp van de toets
of
inschakelen. Na een succesvolle gegevensover-
dracht wordt het startscherm weergegeven.
In de menubalk met de toets
of het symbool
selecteren.
Off 21 °C
Met de toets het menupunt AANVULLEND
APPARAAT bevestigen.
Met de toets
of het symbool selecteren.
Met de toets het menupunt VENTILEREN
bevestigen.
OPLETTEN A.U.B.!
Wanneer het symbool
niet wordt weergegeven
is de functie Ventileren niet beschikbaar voor de
verwarming.