Quick Start Guide

Handleiding met MRF
Pagina 7 van 26
- Naam: Geef een gemakkelijk te begrijpen naam voor het apparaat op.
- Topologieruimte: Selecteer een ruimte/zone
- Vervangt apparaat: Selecteer het apparaat dat u wilt vervangen (in geval van virtuele
of bestaande apparaten).
3. Klik op: OK.
4. Installeer het apparaat meteen of onthoud waar dit moet worden geïnstalleerd.
5. Herhaal de stappen hierboven voor elk apparaat.
6. Installeer de apparaten en schakel ze in.
B. Met een netwerkscan:
1. Installeer de apparaten en schakel ze in.
2. Scan het netwerk op beschikbare apparaten: Klik op: .
3. Geef een gemakkelijk te begrijpen naam voor elk apparaat op.
4. Verplaats elk apparaat naar een ruimte/zone in de topologieboom.
3. Configureer de toepasselijke apparaatinstellingen. Voorbeeld:
A. Deuractuator (schakelaar): functie: UIT/AAN met uitschakelvertraging.
B. Rolluikactuator: werktijd.
C. Dimmeractuator: dimtijd, dimlimieten, geheugenfunctie.
D. Binaire ingangen: modus 2, cyclisch zenden.
E. Analoge ingangen: 0 10 V, cyclisch zenden.
F. Temperatuursensors: temperatuurwaarde zenden, cyclisch zenden. Standaard verwacht de
klimaatregelingsfunctie van de SHC elk uur een temperatuurwaarde. Stel de waarde voor cyclisch
zenden in op 55 minuten.
G. Ruimtecontroller: temperatuurwaarde zenden, vochtigheidswaarde zenden, cyclisch zenden.
Opmerking: Standaard verwacht de klimaatregelingsfunctie van de SHC elk uur een
temperatuurwaarde. Stel de beschermingstime-out in de klimaatregelingsfunctie van de SHC in op
6 uur.
4. Stel het RF-netwerk in:
A. Sluit de benodigde xComfort-apparaten aan op de Smart Home Controller (of ECI's).
B. Leg zo nodig extra schakelgroepen aan.
C. Controleer de ontvangstkwaliteit op alle apparaten. Bereken en controleer alle aansluitingen.
D. Belangrijk: Controleer of de oude statusmelding rechtstreeks is gekoppeld aan de SHC of
ECI. Gebruik actuators en routers van de nieuwe generatie als de status nog steeds niet
betrouwbaar wordt aangegeven.