Operation Manual
Studio Webdesign 4 Pro 133
Merk op dat we hier met ‘hulplijnen’ zowel de hulplijnen bedoelen die u via de linialen kunt
tekenen als de lay-outhulplijnen die op paginamarges, rijen en kolommen zijn gebaseerd (zie
‘Hulplijnen instellen via de linialen’ in hoofdstuk 3).
Als het magnetische raster is ingeschakeld, zult u bij het verplaatsen van een hulplijn wellicht
vaststellen dat samen met de hulplijn ook alle objecten worden verplaatst die aan deze hulp-
lijn zijn ‘verankerd.’ Deze functie is standaard ingeschakeld, maar kan indien nodig tijdelijk
of permanent worden uitgeschakeld via de optie Kleverige hulplijnen (toegankelijk via Extra
> Opties > Lay-out). Deze voorziening is vooral handig wanneer u meerdere geselecteerde
objecten in één keer naar een andere positie wilt verplaatsen zonder dat u ze eerst hoe te
groeperen.
Zo schakelt u het magnetische raster in of uit:
* Klik op Magnetisch raster uiterst rechts in de statusbalk. Als deze knop is ingedrukt,
is het magnetische raster geactiveerd.
Objecten selectief uitlijnen
U kunt zelf bepalen op welke punten en lijnen objecten automatisch worden uitgelijnd door
specieke lay-outhulpmiddelen (linialen, hulplijnen, randen van frames, puntraster, enzo-
voort) weer te geven of te verbergen en door de instellingen voor de zichtbare hulpmiddelen
te wijzigen.
Zo geeft u specifieke lay-outhulpmiddelen weer:
* Activeer de overeenkomstige menuoptie in het menu Beeld.
Zo stelt u de lay-outhulpmiddelen in waarop u objecten wilt uitlijnen:
1. Kies Extra > Opties en klik op Vangen.
2. Vink de optie Vangen op aan en schakel het selectievakje in of uit naast de elementen
waarop u wilt vangen. U hebt de keuze uit Rasterpunten, Pagina/overvloeiranden, Pa-
ginamarges, Liniaalhulplijnen, Rij/kolomhulplijnen, Liniaalmarkeringen en Naaste
pixel.
DE STANDAARDWAARDEN VOOR OBJECTEN BIJWERKEN
De standaardwaarden voor objecten zijn de instellingen die Studio Webdesign automa-
tisch toepast wanneer u een nieuw object (bijvoorbeeld tekst of een aeelding) aan uw site
toevoegt. Zo worden op nieuwe tekst bijvoorbeeld automatisch de standaardinstellingen
toegepast voor wat betre het lettertype, de tekengrootte, de tekstkleur, het type uitlijning,
enzovoort. Analoog hieraan worden voor nieuwe aeeldingen de standaardeigenschappen
ingesteld voor wat betre de lijn- en vulkleur, het patroon, enzovoort, en voor nieuwe frames
de standaardwaarden voor marges, kolommen en dergelijke. U kunt de standaardeigenschap-
pen van elk type object echter gemakkelijk wijzigen.