Operation Manual

E-Move handleiding
23/28
Laadt uw batterij in een omgeving waar de temperatuur tussen de
en de 35 ° Celsius is.
Stop onmiddellijk de lading in geval van verdachte geur of
rookontwikkeling. Breng uw batterij naar uw verdeler voor
herstelling/vervanging.
Vermijd zoveel mogelijk om uw batterij voortdurend aangesloten te
laten aan de lader. Wanneer de batterij volgeladen is, ontkoppel de
lader van de batterij en trek de kabel van de lader uit het stopcontact.
Wanneer de batterij volledig leeg is, dient u deze direct op te laden.
Wanneer cellen langere tijd leeg staan, kunnen deze beschadigd
raken.
De batterijlader is niet bestand tegen vocht en schokken. Gebruik uw
batterijlader alleen op een droge, goed geventileerde plaats.
5.5 Autonomie
De autonomie van de batterij hangt af van verschillende factoren, zoals de aard
van het parcours en de weersomstandigheden. De autonomie van een E-move
hangt af van het gebied waar de fiets rijdt en van de gevraagde assistentie (zie
grafiek punt 5.6). Iedere fietser zal dus een andere autonomie ervaren,
naargelang zijn eigen gewicht, parcours en weersomstandigheid. Natuurlijk zal
de mate waarin de fietser al dan niet meehelpt de autonomie sterk
beïnvloeden. Als de autonomie lichtjes verschilt als aangegeven, kan dit wijzen
op onderstaande factoren (punt 5.6 tot 5.9). Indien u abnormaal weinig km kunt
afleggen, raadpleeg uw servicedienst.
Achteraan het batterijpakket kunt u steeds aflezen hoeveel energie er nog in
zit. Hiervoor worden LED lampjes gebruikt als indicator. U kan de stand
opvragen door de rechter knop op de batterij in te drukken.