Operation Manual

Een indeling ontwerpen
Af te drukken tekst
Voor: voer tekst in die voor de teller moet worden
weergegeven.
Na: voer tekst in die achter de teller moet worden
weergegeven.
Bijvoorbeeld: als u labels wilt maken voor een reeks van 10
cd's die opeenvolgend zijn genummerd, kunt u "Cd" in het
vak Voor en "van 10" in het vak Na invoeren. Wanneer u
uw labels afdrukt, wordt op het eerste label 'Cd 1 van 10'
weergegeven, op het tweede label 'Cd 2 van 10', enzovoort.
Beginnen bij: Voer het nummer in waarop de teller moet beginnen.
Tellen bij
Voer het aantal in waarmee het nummer telkens moet
worden verhoogd.
Breedte
Voer het minimum aantal spaties in dat op het label voor de
teller moet worden vrijgelaten.
Voorafgaande nullen
afdrukken
Voorloopnullen weergeven voorafgaand aan het
tellernummer.
Gebruik de opties Breedte en Voorafgaande nullen
afdrukken samen om voorafgaand aan een laag nummer
voorloopnullen af te drukken.
Bijvoorbeeld: stel dat u een waarde van 5 opgeeft voor de
breedte en Voorafgaande nullen afdrukken inschakelt.
Wanneer u in dat geval het tiende label afdrukt, wordt het
nummer weergegeven als '00010' (vijf tekens breed met
voorloopnullen). Als u Voorafgaande nullen afdrukken niet
inschakelt, wordt het nummer op het label afgedrukt als '10'
voorafgegaan door drie lege spaties.
Lettertype en kleur
Lettertype (Windows): het lettertype, de tekstgrootte en de
tekststijl wijzigen.
Lettertype (Mac): het lettertype, de tekstgrootte, de
tekststijl en de kleur wijzigen.
Tekstkleur (Windows) - een tekstkleur selecteren.
Achtergrondkleur: een achtergrondkleur voor het object
selecteren.
Verticale tekst De tekst verticaal in het midden van het object weergeven.
Spiegelen Een spiegelbeeld van de tekst aan het label toevoegen.
Tekstaanpassing
Geen: de grootte van de tekst niet aanpassen aan het object.
Passend maken: de tekst passend maken binnen het object.
Automatisch aanpassen: de tekst zo verkleinen of vergroten
dat deze in het object past.
Horizontale uitlijning
Links: de tekst links uitlijnen binnen het object.
Centreren: de tekst in het midden van het object
weergeven.
Rechts: de tekst rechts uitlijnen binnen het object.
Verticale uitlijning
Boven: de tekst uitlijnen met de bovenkant van het object.
Midden: de tekst verticaal in het midden van het object
weergeven.
Onder: de tekst uitlijnen met de onderkant van het object.
62