User Manual
2726
C
°
%
1 2 4 6 8H
4. Functies
Aanzetten
Neveluitstoot verhogen
Neveluitstoot
Verlagen Automodus
Timer
Sfeerlampje/wi-modus
1
2
3
4
1
2
3
4
5
6
Temperatuur (°C)/luchtvochtigheid (%) van scherm
Stroomindicator
Indicator water bijvullen
Indicator automodus
Balkjes sterkte neveluitvoer
Wi-indicator
Timerindicator
Indicator sfeerlampje
Indicator uren timer
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Bedieningspaneel/
afstandsbediening
Display
5
6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Let op: De cyclus begint niet opnieuw door
meermaals op of te drukken.
Automodus
Druk op om de zelfregulerende
hygrostat te activeren. De neveluitstoot wordt nu
automatisch gereguleerd op basis van de relatieve
omgevingsluchtvochtigheid. Druk meerdere malen
voor het aanpassen van de
gewenste luchtvochtigheid in deze volgorde: 40%
> 45% > 50% > 55% > 60% > 65% > 70% > 75% >
80% > 85% > 90% > ACTUAL HUMIDITY > 40% >
50% > ...etc. Met elke druk wordt de uitstoot met
5% verhoogd. Zodra je de knop loslaat, knippert
de gekozen uitstoot driemaal om je keuze te
bevestigen.
Wanneer de hygrostat boven de aanwezige
luchtvochtigheid wordt ingesteld, draait het
apparaat op hoge snelheid totdat de gewenste
luchtvochtigheid is bereikt. Wordt
de hygrostat onder de aanwezige luchtvochtigheid
ingesteld, dan is het apparaat niet actief. Na het
instellen van de hygrostat toont het scherm de
relatieve luchtvochtigheid in de ruimte.
Aanzetten
Druk op de aan/uit-knop om het apparaat aan te
zetten. De bijbehorende indicator op het scherm
gaat branden en het sfeerlampje gaat aan. De
wi-indicator knippert op zoek naar apparaten om
verbinding mee te maken. Het scherm toont elke
vijf seconden
de temperatuur en luchtvochtigheid in de ruimte.
Druk nogmaals om het apparaat uit te zetten (het
apparaat staat in stand-by totdat de stekker uit
het stopcontact wordt getrokken. De standaard
luchtvochtigheidsinstelling is MEDIUM uitstoot.
Let op: je kunt het apparaat ook aanzetten
met de touchknop op het apparaat, achter het
bedieningspaneel / de afstandsbediening.
Verhogen /
verlagen neveluitstoot
Druk op om de neveluitstoot te verhogen.
De balkjes met het uitstootniveau worden
overeenkomstig aangepast. Door op te
drukken, verlaag je de neveluitstoot. Er zijn drie
mogelijkheden:
LOW , MEDIUM ,
HIGH
NL