Operation Manual

Bediening
Gebruiksaanwijzing 867 Versie 01.0 - 12/2012 65
Naaien onderbreken:
1. Voetpedaal loslaten in stand 0:
De naaimachine stopt, naalden en persvoeten in onderste
stand.
Naaien voortzetten:
1. Voetpedaal naar voren trappen in stand +1:
De naaimachine naait verder.
Over materiaalverdikkingen naaien:
1. De verhoogde persvoetlichting met de knieschakelaar inscha-
kelen ( Hfdst. 5.11.3 Persvoetverstelling middels kniescha-
kelaar, p. 52).
Steeklengte veranderen:
1. De tweede steeklengte met de snelfunctietoets inschakelen
( Hfdst. 5.13.2 Toetsenfunctie aan de hulpschakelaar toe-
wijzen., p. 60).
Draadspanning verhogen:
1. De hulpspanning met de snelfunctietoets inschakelen (
Hfdst. 5.13.2 Toetsenfunctie aan de hulpschakelaar toewij-
zen., p. 60).
Tussenliggende afhechtsteek naaien:
1. Achteruit naaien met de steekinstelhendel ( Hfdst. 5.12.4
Achteruit naaien, p. 57) of met de snelfunctietoets ( Hfdst.
5.13.2 Toetsenfunctie aan de hulpschakelaar toewijzen., p.
60).
Naad beëindigen:
1. Voetpedaal volledig terugtrappen in stand -2:
De naaimachine naait de afhechtsteek aan einde en de
draadafsnijder snijdt de draad af.
De naaimachine stopt, naalden en persvoeten in opge-
lichte stand.
2. Materiaal verwijderen.