Operation Manual

Bediening
Gebruiksaanwijzing 867 Versie 01.0 - 12/2012 55
5.12.2Met 2 steeklengtes naaien
Afb. 32: Naaien met 2 steeklengtes
Bij naaimachines met 2 stelwielen voor de steeklengte wordt met
het bovenste stelwiel (4) de grootste steeklengte en met het
onderste stelwiel (3) de kleinste steeklengte ingesteld. Het instel-
punt (2) links van het stelwiel geeft de ingestelde steeklengte weer.
Belangrijk: De grootste steeklengte mag nooit lager dan de klein-
ste steeklengte worden ingesteld. Stel het bovenste stelwiel (4)
altijd hoger in dan het onderste stelwiel (3).
0
1
2
4
3
5
6
7
8
9
10
11
12
0
1
2
4
3
5
6
7
8
9
10
11
12
mm
mm
MAX
MIN
+
+/–+/–
4
3
2
1
(1) - Toets voor de steeklengte
op het toetsenpaneel
(2) - Instelpunten van de
geselecteerde steeklengte
(3) - Onderste stelwiel
voor de kleinste steeklengte
(4) - Bovenste stelwiel
voor de grootste steeklengte
Kans op beschadiging van de naaimachine door het te
hard draaien van de stelwielen.
De naaimachine is zo ontworpen dat het bovenste stelwiel
nooit lager dan het onderste stelwiel kan worden ingesteld.
Probeer met het bovenste stelwiel nooit met geweld een klei-
nere steeklengte in te stellen.
LET OP