Operation Manual

Veiligheidsvoorschriften
10 Gebruiksaanwijzing 867 Versie 01.0 - 12/2012
Uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden en reparaties
Controleer de naaimachine tijdens gebruik op zichtbare schade
aan de buitenkant. Onderbreek de werkzaamheden wanneer
veranderingen aan de naaimachine optreden. Meld alle verande-
ringen aan de verantwoordelijke persoon. Een beschadigde naai-
machine mag niet verder worden gebruikt.
Naaimachines of onderdelen ervan, die het einde van hun levens-
duur hebben bereikt, mogen niet meer worden gebruikt. Deze
dienen vakkundig volgens de geldende voorschriften te worden
afgevoerd.
De naaimachine mag uitsluitend door gekwalificeerd personeel
worden geïnstalleerd.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend
door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
Veiligheidsinrichtingen mogen niet worden verwijderd of buiten
werking worden gesteld. Als dit voor reparatiewerkzaamheden
onvermijdelijk is, moeten de veiligheidsinrichtingen onmiddellijk
na beëindiging van de werkzaamheden worden teruggeplaatst en
in werking worden gesteld.
Werkzaamheden aan elektrische onderdelen mogen uitsluitend
door een gekwalificeerde elektricien worden uitgevoerd.
De netstekker van de aansluitkabel moet aan de landspecifieke
eisen voldoen. De netstekker mag uitsluitend door een gekwalifi-
ceerde elektricien aan de aansluitkabel worden aangebracht.
Werkzaamheden aan onder spanning staande delen en inrichtin-
gen zijn niet toegestaan. Uitzonderingen worden geregeld in de
voorschriften DIN VDE 0105.
Verkeerde of gebrekkige reserveonderdelen kunnen de veiligheid
niet garanderen en de naaimachine beschadigen. Gebruik daar-
om alleen originele reserveonderdelen van de fabrikant.