Operation Manual

Installatie
110 Gebruiksaanwijzing 867 Versie 01.0 - 12/2012
7.15Naaitest
Voer voor ingebruikname van de naaimachine een naaitest uit.
Stel de naaimachine in op het gewenste materiaal dat genaaid
zal worden.
Lees hiervoor de betreffende hoofdstukken Gebruiksaanwij-
zing. Lees de betreffende hoofdstukken Servicehandleiding
om instellingen van de naaimachine te wijzigen wanneer het
naairesultaat niet aan uw wensen voldoet.
Naaitest uitvoeren
1. Plaats een naald.
2. Wikkel de onderdraad op.
3. Plaats de onderdraadspoel.
4. Rijg de onderdraad in.
5. Rijg de bovendraad in.
6. Stel de draadspanning met het oog op het te verwerken mate-
riaal in.
7. Stel de draadregelaar met het oog op het te verwerken mate-
riaal in.
8. Stel de persvoetdruk met het oog op het te verwerken materiaal
in.
9. Stel de persvoetlichting met het oog op het te verwerken mate-
riaal in.
10. Stel de steeklengte in.
11. Wijs de gewenste snelfunctie van het toetsenpaneel aan de
hulpschakelaar toe.
12. Begin de naaitest met lage snelheid.
13. Verhoog gelijkmatig de snelheid tot de werksnelheid.
Gevaar voor lichamelijk letsel door naaldpunt en
bewegende onderdelen!
Schakel de naaimachine uit voordat u de naald ver-
wisselt, de draad inrijgt, de onderdraadspoel plaatst
of de onderdraadspanning en de draadregelaar in-
stelt.
WAARSCHUWING