Operation Manual

NL
37
Remmen
Op tijd snelheid minderen, terugschakelen om met te
motor te remmen en vervolgens remmen met beide
remmen. Voordat de motor stilstaat, de koppeling in zijn
vrij zetten om te voorkomen dat de motor plotseling
uitvalt.
Opgelet
Als u maar een rem gebruikt bij het remmen, is de
doeltreffendheid van de remmen van de motorfiets
minder. Rem niet te abrupt en niet te hard; u kunt er de
wielen mee blokkeren waardoor u de controle over de
motorfiets verliest. Als het regent of als u op een glad
wegdek rijdt, is het remvermogen aanzienlijk minder. Rem
in deze gevallen zachtjes en voorzichtig. Door plotselinge
bewegingen kunt u de controle over het voertuig
verliezen.
Op lange en steile dalingen is het beter op de motor af te
remmen door terug te schakelen en de remmen
afwisselend en kort te gebruiken: door voortdurend
remmen wordt het wrijvingsmateriaal oververhit en het
remvermogen drastisch verminderd. Een lagere
bandenspanning dan de voorgeschreven spanning,
vermindert ook het remvermogen, maakt het rijden
minder precies en de motorfiets houdt de bochten minder
goed.