Operation Manual
NL
36
De motorfiets starten en ermee rijden
1) De koppeling met de koppelingshendel in zijn vrij
zetten.
2) Met de punt van uw voet en een besliste beweging de
versnellingshendel induwen om deze in eerste
versnelling te zetten.
3) Geef gas met de gashendel en laat tegelijkertijd
langzaam de koppelingshendel los; het voertuig begint
nu te rijden.
4) De koppelingshendel helemaal loslaten en gas geven.
5) Om naar een hogere versnelling te schakelen, moet
het gas worden losgelaten om het toerental omlaag te
brengen, de koppelingshendel moet worden
ingetrokken, de versnellingshendel worden opgetild
en de koppelingshendel moet worden losgelaten.
Op de volgende manier schakelt u terug naar een lagere
versnelling: de gashendel loslaten, koppelingshendel
intrekken, even gas geven om alle tandwielen te
synchroniseren, terugschakelen en de koppelingshendel
loslaten.
De hendels dienen snel en op intelligente wijze te worden
bediend: op een helling, wanneer de motor snelheid
mindert, dient u onmiddellijk naar een lagere versnelling
terug te schakelen. Doet u dit niet, dan zet u het hele
voertuig (en niet alleen de motor) onder druk.
Belangrijk
Niet abrupt gas geven: u kunt er de motor mee
"verzuipen" of de transmissieorganen mee forceren Laat
de koppeling niet in zijn vrij staan tijdens het rijden: dit kan
tot oververhitting en dus een abnormale slijtage van alle
schijven leiden.