Operating Instructions and Installation Instructions

4
2. Een toestel gebruiken
Inleiding
U kunt elke standaard toontelefoon gebruiken met uw telefoonsysteem. Programmeren en gebruik
van het toestel gebeurt met een toontelefoon plus een 100ms recall/flashtoets.
Snelle referentiegids voor de toestelcodes
Toegangscodes voor telefoneren en faciliteiten
Ingevoerde
toegangscode
Beschrijving van de faciliteiten
0
(of 9)
Uitgaande oproep hoofdtoestel
(* Voor systemen die 9 gebruiken voor een lijn)
10 Paging-poort
11-18 & 21-24 Toestellen oproepen (interne oproep)
19 Deurtelefoon 1 (optioneel)
29 Deurtelefoon 2 (optioneel)
500 Nummerherhaling
501-599 Systeemsnelkiesnummers bellen
70-79 Toestelsnelkiesnummers bellen
80 Een algemene oproep maken
81 Oproep toestelgroep 1 met 1 belgeluid
82 Oproep toestelgroep 2 met 2 belgeluiden
83 Oproep toestelgroep 3 met 3 belgeluiden
84 Uitgaande oproep met flashtransparentie
85 Geparkeerde oproep terughalen
86 Een willekeurige oproep terughalen
88 Uitgaande oproep met gegevensbeveiliging
89 Bezette lijn vasthouden
91 – 96
(of 01 – 06)
Uitgaande oproep via hoofdtoestellijn 1 – 6
(* Voor systemen die 9 gebruiken voor een lijn)
#0 Terugbellen hoofdtoestel indien vrij annuleren
#5 Terugbellen interne oproep indien vrij annuleren
**account_PIN In te voeren code voor uitgaande oproep als accountcodes actief
zijn
* 719 # Slotrelais deur 1 bedienen
* 729 # Slotrelais deur 2 bedienen
* 21 ext. # Alle oproepen omleiden op eigen toestel instellen
Hoofdstu
k
2