Operating Instructions and Installation Instructions
Hoofdstuk 4 - Installatie
55
Afbeelding 4-1 Achteraanzicht telefoonsysteem
Voorbereidende procedures
Nadat de kast tegen de muur is gemonteerd, een hoofdtoestellijn, en twee toesteltelefoons (11 en 12)
aansluiten
Hoofdtoestellijn 1 moet
aangesloten worden op de hoofdtoestelterminals gemarkeerd met
CO1, lijn 2 op CO2, lijn 3 op CO3, lijn 4 op CO4, lijn 5 op CO5 en lijn 6 op CO6.
Er moet een DTMF-telefoon (of Executive Terminal) worden geïnstalleerd op de
toestelterminals gemarkeerd ext.13. Dit is het mastertoestel dat wordt gebruikt om het
systeem te programmeren.
Neem de telefoonhoorn van toestel 11 op (stroomdefecttelefoon) en luister naar de PSTN-
kiestoon, alvorens de stroomtoevoer in te schakelen. Controleer of u externe nummers
rechtstreeks kunt bellen, zonder de normale prefix 0 voor een lijn.
Volgorde stroomtoevoer inschakelen
Schakel de 220 – 240VAC-stroomtoevoer in, en wacht ongeveer 10 seconden.
Wacht tot de groene LED op de voorkant brandt en knippert.
Oproep tussen toestel 12 en toestel 11.
Maak een testoproep op een hoofdtoestellijn om de bedrading te controleren tussen de
toestellen, de hoofdunit en de PSTN-hoofdtoestellijnen.
Stel de systeemklok in (Zie pagina 38).
Als er een Executive Terminal of Standard Terminal werd geïnstalleerd, log dan in op de
terminal door de code * 751 toest. #. in te voeren
Het telefoonsysteem bevat een 220 - 240VAC-stroomunit, MBU (Main Board Unit), MOH-poort,
twee PSTN- poorten voor de hoofdtoestellijnen, acht hybride poorten voor terminals of SLT’s,
uitbreidings/optionele PCB-connectoren, schakeling voor het belgeluid en MDF-aansluitunit. Een
dubbele afdekking voor de hoofdinstallatie (bovenafdekking/zijafdekking) geeft individuele toegang
tot de MDF-aansluitunit zonder toegang tot de schakeling en optionele kaarten van de
hoofdinstallatie..
Belangrijk!
Schroefgleuven
voor
wandmontage
Serienumme
r