Operating Instructions and Installation Instructions

Hoofdstuk 3 – Systeem programmeren
45
Vertraagde Hot line
Stap 1: Extern nummer om vertraagde hot line te bellen instellen
Set Nummer vertraagde Hot Line
Systeeminstellingen Hot line Uitgesteld nummer
Nummer vertraagde Hot Line instellen en bellen om te controleren
Stap 2: Vertraagde hot line inschakelen op een enkel toestel
Vertraagde Hot Line inschakelen en toewijzen aan een toestel
Algemene instellingen Hot line toewijzen Set immediate hotline Ext:
x
Vertraagde Hot Line uitschakelen
Inbreken programmeren
Beschrijving
Het is mogelijk voor toestellen om in te breken in een oproep als een toestel bezet is. Deze faciliteit
moet individueel voor elk toestel worden ingeschakeld. Inbreken is niet mogelijk voor toestellen met
gegevensbeveiliging en fax/modemtoestellen.
Standaard
Geen enkel toestel kan inbreken in andere oproepen..
Een toestel inschakelen om in te breken in een bezet toestel
Systeeminstellingen Diversen Inbreekrechten inschak
Een toestel uitschakelen om in te breken in een bezet toestel
Systeeminstellingen Diversen Inbreekrechten uitschak
ISDN programmeren
Het systeem ondersteunt 2 ISDN-toegangen met basissnelheid als de optionele ISDN-kaarten zijn
geïnstalleerd. MSN- en DDI-nummering worden ook ondersteund door het telefoonsysteem.
Bij MSN-oproepen gaat een binnenkomende oproep gedurende 30 seconden over op het gewenste
toestel waarna het een algemene binnenkomende oproep wordt die overgaat op alle toestellen die
normaal geprogrammeerd zijn om over te gaan bij algemene oproepen. Het is mogelijk deze
standaardinstelling op te heffen en een willekeurige combinatie van toestellen te programmeren om
op een willekeurig MSN-nummer te bellen, de procedure daarvoor wordt gegeven in ‘Instellingen
beltonen’ op pagina 51. Het geprogrammeerde MSN-nummer en het binnenkomende MSN-
nummer kunnen verschillend van lengte zijn, het systeem zoekt dan het kortste nummer en vergelijkt
het met de minst significante cijfers van het langste nummer.
CLIP-gegevens en CLIR-status worden naar het ISDN-netwerk gestuurd wanneer een uitgaande
oproep wordt gemaakt. COLP-gegevens en COLR-status worden gestuurd naar het netwerk
wanneer een oproep wordt beantwoord.
Als een toestel een externe oproep maakt of beantwoordt, worden de CLIP/COLP-gegevens
gebaseerd op het MSN-nummer dat is geprogrammeerd voor het toestel. Als er geen MSN-nummer
geprogrammeerd is, dan wordt het basisnummer voor die specifieke ISDN-lijn gebruikt. Als er geen
basisnummer geprogrammeerd is dan worden er geen CLIP/CLIR-gegevens gestuurd, hoewel het
netwerk later eigen gegevens kan toevoegen. Bij Externe oproep omleiden en Externe
alarmoproepen wordt het ISDN-basisnummer voor de lijn gebruikt.
Opmerking: Nadat de lijnen zijn geïnstalleerd of veranderd van point-to-point naar
multipoint, moet de stroomtoevoer naar het systeem worden uitgeschakeld na een
vertraging van zes minuten en daarna opnieuw opgestart met verbinding aan de S-bus voor
de correcte ISDN-instellingen.
PIN number
PIN number
ext
PIN ext
PIN ext