Operating Instructions and Installation Instructions

Hoofdstuk 3 – Systeem programmeren
37
om middernacht geeft de PBX een header met een sequentie van asterisken om het einde van elke
dag aan te duiden, zoals hierna getoond. Faciliteiten die automatisch bellen zoals Externe oproep
omleiden en Extern alarm melden hebben geen specifiek toestel, de gebruikte output is 'Dn' of 'An'
waarbij n de gebruikte hoofdtoestellijn is, bijv D2.
Afbeelding 3-8 Logbestandsopmaak voor oproepgegevens
Telefoonnummers met meer dan 26 cijfers worden ingekort.
Als een oproep wordt doorgeschakeld, wordt de oproep geregistreerd tegen het toestel dat
de oorspronkelijke oproep deed (of ontving).
De starttijd en duur van een oproep worden gemeten met de interne real-timeklok.
Opmerking: De starttijd wordt gemeten vanaf het vormen van het laatste cijfer voor
uitgaande oproepen en vanaf het beantwoorden van de oproep voor binnenkomende
oproepen. De duur wordt naar beneden afgerond tot het dichtstbijzijnde veelvoud van 10
seconden, bijv. 0:15:2 is een duur van 15 minuten, 20 seconden.
Als er een meterpulskaart is geïnstalleerd en de telecomoperator deze optie op de
hoofdtoestellijn heeft ingeschakeld, dan wordt ook het aantal meterpulsen geregistreerd
voor elke oproep. Als Kosten voor gesprekseenheden is geprogrammeerd, dan wordt in de
plaats daarvan de correct prijs voor de oproep en output berekend. Zie Kosten
gesprekseenheid op pagina 40 voor meer gegevens.
Als de CDR-log naar een seriële printer wordt gestuurd, niet naar het PC-programma, dan
moet de extra status berichten gestuurd via de seriële poort worden uitgeschakeld met de
hierna opgegeven code.
De laatste 4 cijfers van geregistreerde telefoonnummers van 5 cijfers of meer kunnen
worden verborgen met het karakter ‘*’ als de nummers privé gehouden moeten worden.
Deze optie kan aan- en uitgeschakeld worden.
De oproepduur wordt geteld vanaf het ogenblik dat de lijn wordt opgenomen. In het geval
van ISDN-oproepen wordt de timer voor oproepduur herstart wanneer de oproep wordt
beantwoord. In het geval van analoge oproepen, wordt de timer voor de oproepduur
herstart bij de eerste meterpuls. Hiervoor moet een meterpulsdetectiekaart geïnstalleerd zijn
en de dienst moet voorzien worden door uw telefoonmaatschappij.
Het PC-programma zal oproepen automatisch bijhouden in een bestand. Selecteer het menu-item
‘Configuration’ ‘Misc / PC setup’ en selecteer de optie ‘New’ om een nieuw logbestand te
beginnen of ‘Append’ om oproeprecords toe te voegen aan het einde van het bestaande bestand.
Oproepgegevens worden bijgehouden tot het programma wordt verlaten.
Gebruik Hotel / Motel
Naast een onmiddellijke log van elke gemaakte oproep, beschikt het systeem over een faciliteit
hoteloproep bijhouden die ingeschakeld kan worden op elk toestel. Elke oproep van een toestel met
hoteloproep bijhouden ingeschakeld, wordt intern opgeslagen in het telefoonsysteem en niet
rechtstreeks naar de seriële poort gestuurd zoals met normale toestellen. Op het hoofdtoestel moet
een code worden ingevoerd voor de output van de oproepgegevens voor een toestel via de V24-
poort naar een aangesloten printer of terminalprogramma op een PC.
Het systeem slaat tot 144 oproeprecords op in het totaal.
Als de buffer voor hoteloproepen nog slechts tien lege records over heeft, stuurt het
systeem het bericht ‘CDR BUFFER NEARLY FULL’ door de V24-poort na het einde
van elke oproep tot de buffer vol is, dan wordt het bericht ‘CDR BUFFER FULL *******’
gestuurd. Er kunnen geen nieuwe oproepen meer bijgehouden worden tot bepaalde
oproepen zijn gewist uit de buffer door output van een CDR-log van een toestel.
Bij output van oproeprecords voor een toestel worden de oproepgegevens voor dat toestel
uit het systeem verwijderd en kunnen opnieuw nieuwe oproepen worden bijgehouden
voor het toestel.
Belangrijk!