Operating Instructions and Installation Instructions
Hoofdstuk 3 – Systeem programmeren
25
Faciliteit Programmeercodes Actie
*9 PIN 740 # 740 # Alarm 2 resetten op standaardinstellingen
Systeem PIN-
nummer
(p 50)
*5 OLD PIN NEW PIN #
NEW PIN#
Systeem PIN-nummer veranderen en Led-indicatie voor
stroomuitval resetten
*9 PIN 9991# Toegang tot systeemprogrammeermodus
(toestel 13 hoort speciale beltoon gedurende 5 minuten.
*9 PIN-codes niet nodig bij start van codes)
Speciale
programmeer-
modus
(p 17)
9990# Verlaten systeemprogrammeermodus
*9 PIN 110# 110# Systeemomvang 2 hoofdtoestellijnen, max. 8 toestellen
*9 PIN 111# 111# Systeemomvang 4 hoofdtoestellijnen, max. 10 toestellen
Systeemomvan
g
(p 51)
*9 PIN 121# 121# Systeemomvang 6 hoofdtoestellijnen, max. 12 toestellen
*9 PIN entry 0 tel no # Systeemsnelkiesnummers programmeren (invoer = 501 tot
599)
*9 PIN entry 0 # Systeemsnelkiesnummers wissen (invoer = 501 tot 599)
Systeemsnelkie
snummers
(p 51)
*9 PIN 500 # 500 # Alle systeemsnelkiesnummers wissen
*9 PIN 24 X # Voicebericht opnemen op toestel 13 Voicebericht
programmeren
(p 51)
*8 24 X # Afspelen bericht op toestel 13
Accountcode gebruiken
Met accountcodes kunnen oproepen worden geblokkeerd en geregistreerd, afhankelijk van de
gebruiker, niet van het toestel. Een toestel kan worden omgeschakeld naar 'modus accountcode',
waarna elke gebruiker ** moet invoeren, gevolgd door de 'account-pin' voor hij op de normale
manier een externe oproep kan maken. Er kunnen tot 40 verschillende accounts worden ingesteld.
Met Oproepgegevens registreren worden gegevens van de externe oproep geregistreerd met
accountnummer van de gebruiker, en het toestelnummer als het toestel ingeschakeld is voor gebruik
met accountcode. Zie Oproepgegevens registreren (CDR) op pagina 40 voor de gebruikte opmaak.
Elk toestel kan afzonderlijk worden geconfigureerd voor gebruik met een accountcode of om op de
standaard manier te werken. Er kan slechts een PIN-code worden toegewezen aan elke
gebruikeraccount.
Toestellen waarvoor gebruik met accountcode is ingeschakeld, maar waarvoor geen geldige account-
pin wordt ingevoerd, krijgen oproepblokkering klasse 4 toegewezen. Dit betekent dat
binnenkomende oproepen aanvaard worden maar dat enkel de noodnummers en nummers in de
beperkingstabel gebeld kunnen worden. Om andere nummers te bellen, moet de gebruiker de
account-PIN-code vormen voor het telefoonnummer. Systeemsnelkiesnummers worden uitgesloten
van de controle op oproepblokkering nadat de account-pin is ingevoerd.
Standaard
Er zijn geen toestellen die oproepaccounting gebruiken en er zijn geen accounts ingesteld.
Een PIN-nummer toewijzen aan een account
Systeeminstellingen Accounttoegang PIN a account toew.
Een klasse voor oproepblokkering toewijzen aan een account
Systeeminstellingen Accounttoegang Klasse a account
toew.
Gebruik met accountcode voor een toestel inschakelen
Systeeminstellingen Accounttoegang Toestel toewijzen
Gebruik met accountcode voor een toestel uitschakelen
Systeeminstellingen Accounttoegang Toestel verwijderen
Sleutel
ac_no =
01 – 40 voor
accountnummer
gebruikers
ac_pin =
pinnummer voor de
account, 4 cijfers
class =
0 voor geen COS controle
1 – 5 voor oproep
blokkeren van klasse 1
tot 5
PIN ac_no, ac_pin
PIN ac_no, class
PIN ext.
PIN ext.