Operating Instructions and Installation Instructions

Hoofdstuk 2 – Een toestel gebruiken
11
Niet storen inschakelen
Oproepers horen een fouttoon als ze uw toestel bellen.
 U ontvangt geen oproepen en hoort een onderbroken beltoon om u eraan te herinneren
dat DND is ingesteld.
Niet storen uitschakelen
Oproepen worden normaal ontvangen.
Deurtelefoons
De deurtelefoon is ontworpen om enkel met dit telefoonsysteem te werken. Het is een tweeweg-
spreekverbinding tussen elk willekeurig toestel en de deur. De deurtelefoon heeft een oproepknop
om te ‘bellen’ en een permanent brandende LED om de locatie gemakkelijk te vinden.
Toestelnummer 19 is voorbehouden voor de deurtelefoons.
Oproep deurtelefoon 1
De deurtelefoon 1 wordt automatisch verbonden na een korte alarmtoon.
Oproep deurtelefoon 2 (optioneel)
De deurtelefoon 2 wordt automatisch verbonden na een korte alarmtoon.
Een deurtelefoon beantwoorden
Oproepen van de deurtelefoon hebben een speciale beltoon. De verschillende beltonen vindt u in
het blad met specifieke landenspecificaties, geleverd met deze handleiding.
De deur openen met de deurtelefoon
Als de deurtelefoon overgaat, voer dan de code deur openen in zodat de relaiscontacten worden
geactiveerd voor de deurtelefoon waarmee u bent verbonden. Dit wordt meestal gebruikt om het
eventuele deurslot automatisch te openen.
Deurslot 1 openen
Hiermee kunt u op elk ogenblik het eerste deurslot openen.
Deurslot 2 openen (optioneel)
Hiermee kunt u op elk ogenblik het tweede deurslot openen.
 Zowel het gebelde toestel als de deurtelefoon horen een enkele toon alvorens te kunnen
spreken.
 Als er geen enkel toestel de deurtelefoon beantwoordt binnen de 70 seconden, houdt het
bellen op.
Oproep met vraag
Met deze faciliteit kunt u een ander toestel oproepen terwijl de oorspronkelijke partij in wacht staat
Vraag aan een ander toestel
Tijdens een oproep drukt u op transfer, bel dan het toestel voor de vraag.
Terugkeren naar oorspronkelijke oproep
Druk op transfer, u bent opnieuw verbonden met de oorspronkelijke oproep.
Ñ
ÑÑ
Ñin oproep met deurtelefoon Ò
ÒÒ
Ò
Ñ
ÑÑ
Ñin oproep Ò
ÒÒ
Ò
toest.
Ñ
ÑÑ
Ñin oproep met vraag Ò
ÒÒ
Ò