Technical data
erop dat u het vuur niet dooft door er in een keer te veel kolen op te doen. Regel na een tijdje
doorbranden de stand van de luchtschuif. Net voor het bijvullen zet u de luchtschuif volledig
open. Gebruik nu het schudrooster en schud tot er gloeiende deeltjes in de aslade vallen en vul
daarna de kolen bij. Zet na enkele minuten de luchtschuif weer in de gewenste stand. Doe er
maximaal zoveel kolen bij tot u nog juist de gloed kunt zien van de vorige vulling.
Als de vuurkorf of de gietijzeren lamellen rood gloeiend staan, bent u te hard aan het stoken.
Stoken op laag regime (voor toestellen geschikt voor continu
gebruik)
Om het toestel als een “continu vuur” te gebruiken, kan men de primaire en secundaire lucht-
inlaten zo kiezen tot dat je de juiste brandsnelheid bekomt. Zorg er steeds voor dat er vol
-
doende gloed op de stookboden aanwezig is.
Ontassen
Met de bijgeleverde handschoen kan de asbak uit
het toestel genomen worden.
Van hout hebt u relatief weinig assen en is het niet
nodig de stookvloer elke keer volledig te ontas
-
sen, het stoken van hout in een asbed geeft overi
-
gens een betere verbranding.
Doven
Vul geen brandstof bij en laat de haard gewoon
uitgaan.
Als een vuur getemperd wordt door de luchttoe
-
voer te verminderen, komen veel schadelijke stoffen vrij. Het vuur moet daarom vanzelf uit
-
branden en mag pas verlaten worden als het goed gedoofd is.
Weersomstandigheden
Waarschuwing!
Bij nevel en dichte mist wordt de afvoer van de rookgassen door de schoorsteen sterk bemoei
-
lijkt, en kunnen rookgassen neerslaan en stankoverlast geven.
Indien het niet echt nodig is, kunt u beter onder deze weersomstandigheden niet stoken.
13