Operating Instructions and Installation Instructions
300G / 310GX  12  03.27635.000 
4.3.  Stoken met hout  
310GX:  De  beste  regeling  van  de  vuurhaard  bekomt  men  door  de  aanmaaklucht-
schuif in de asladedeur volledig te sluiten en de luchttoevoer volledig te regelen met 
de luchtschuif in de zijdeur. Indien deze regeling onvoldoende blijkt, of om het vuur 
aan te wakkeren, kan tijdelijk de onderste luchtschuif gedeeltelijk geopend worden 
voor extra luchttoevoer. 
Zorg dat de deur van de kachel steeds goed gesloten is. Stook nooit met open deur. 
Vul tijdig brandstof bij. Vul nooit teveel ineens. Best is de vuurhaard tot maximaal 
een derde te vullen en regelmatig bij te vullen. 
Open de vuldeur steeds langzaam en open ze steeds voor een zo kort mogelijke tijd. 
Vooraleer  wordt  bijgevuld,  zorg  ervoor  dat  het  houtskoolbed  gelijkmatig  over  de 
stookvloer  verdeeld  wordt,  en  ga  na  dat  er  net  achter  het  vuurrooster  voldoende 
gloed  is  zodat  de  vulling  onmiddellijk  vuur  vat.  Open  desnoods  de 
aanmaakluchtschuif onderaan voor een tijdje. 
Wanneer  het  hout  los  gestapeld  wordt, 
zal  het  zeer  vlug  verbranden  omdat  de 
zuurstof  elk  stuk  hout  gemakkelijk  kan 
bereiken.  Deze stapeling gebruikt men 
wanneer  men  kort  wil  stoken.  Wanneer 
het hout compacter gestapeld wordt, zal 
het langzamer verbranden aangezien de 
lucht slechts bepaalde stukken hout kan 
bereiken.  Het  hout  wordt  best  op  deze 
manier gestapeld wanneer men voor een 
langere tijd wil stoken. 
Wanneer u langdurig hout op een lage stand stookt, kan er zich in de schoorsteen 
een afzetting van teer  en creosoot vormen. Teer  en creosoot  zijn zeer  brandbaar. 
Als deze stoffen zich teveel afzetten in de schoorsteen, kan er bij een plotse hoge 
temperatuur een schoorsteenbrand ontstaan. Daarom is het noodzakelijk regelmatig 
het toestel flink door te stoken, zodat geringe afzettingen van teer en creosoot on-
middellijk verdwijnen. 
Bij een te lage stand gaat er zich ook teer afzetten op de ruit en de deuren. 
Het  is  beter,  bij  milde  buitentemperatuur,  de  kachel  slechts  enkele  uren  per  dag 
intens te laten branden. 
4.4.  Stoken met kolen 
VOOR HET STOKEN VAN KOLEN WORDT ALLEEN DE LUCHTINLAAT ONDER HET ROOS-
TER GEBRUIKT. 
Is  het  vuur voldoende gestabiliseerd en  is er  voldoende  gloed  dan kan  een eerste 
schep kolen op het vuur. Eens de kolen vuur gevat hebben, vervolledigt u de vulling. 
Let erop dat u het vuur niet dooft door er in een keer te veel kolen op te doen. Regel 
na een tijdje doorbranden de stand van de luchtschuif. Net voor het bijvullen zet u 
de  luchtschuif onderaan  volledig  open,    vul  daarna  de  kolen bij  en  zet  na  enkele 
minuten de luchtschuif weer in de gewenste stand. Doe er maximaal zoveel kolen bij 
tot u nog juist de gloed kunt zien van de vorige vulling.  
Als de vuurkorf of de gietijzeren lamellen rood gloeiend staan, bent u te  hard aan 
het stoken. 
losse stapeling compacte stapeling 










