Installation Instructions
Nederlands
3. Selecteer een optie:
• Modus
Selecteer Aan om in te schakelen of Uit om uit te
schakelen.
• Vaste nummers
Leeg Toevoegen en voer het eerste toe-
gestane nummer in. Gebruik de zijknoppen +/– om info in te
voeren.
Of selecteer een invoer en druk op Opties
Toevoegen/Bew./
Wissen.
4. Voer waar nodig PIN2 in en druk op OK om te bevestigen.
NB U kunt delen van telefoonnummers opslaan. Als u bijvoorbeeld
01234 opslaat, kunt u oproepen doen naar alle nummers die met
01234 beginnen. Wanneer de functie Vaste nummers is ingeschakeld,
kunt u toch noodnummers bellen. Wanneer Vaste nummers is
ingeschakeld, is het niet mogelijk om opgeslagen telefoonnummers op
de simkaart te bekijken of te wijzigen.
Resetten instellingen
1. Houd
ingedrukt.
2. Selecteer Instellingen
Beveiliging.
3. Selecteer Resetten instellingen om de telefooninstellingen te reset-
ten. Alle wijzigingen die u in de telefooninstellingen hebt aange-
bracht, worden weer op de standaardinstellingen ingesteld.
4. Gebruik de zijknoppen +/– om de telefooncode in te voeren en druk
op OK om te resetten.
Tip: De standaardtelefooncode is 1234.
Alles resetten
1. Houd
ingedrukt.
2. Selecteer Instellingen
Beveiliging.
3. Selecteer Alles resetten om telefooninstellingen en inhoud zoals
contactpersonen, nummerlijsten en berichten te verwijderen (dit
heeft geen effect op het simgeheugen).
4. Gebruik de zijknoppen +/– om de telefooncode in te voeren en druk
op OK om te resetten.
Tip: De standaardtelefooncode is 1234.
14










