Gebruiksaanwijzing Belangrijk: Voordat u de machine de eerste keer in gebruik neemt moet u deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig doornemen. U dient er vooral op te letten dat u alle veiligheidsvoorschriften goed heeft begrepen zodat u die strikt in acht kunt nemen! Deze motorzaag mag uitsluitend door „motorzaagbestuurders met extra scholing voor het werken in hef- of ladderkooien, resp. bekend zijn met de touwklimtechniek“ worden bediend. Berg de gebruiksaanwijzing goed op! PS-3410 www.dolmar.
Hartelijk dank voor uw aankoop van dit DOLMAR-product ! Gefeliciteerd met uw keuze voor deze DOLMAR-kettingzaag!Wij hebben er alle vertrouwen in dat u tevreden zult zijn uw aankoop. Het model PS-3410 is een uiterst lichte en handige kettingzaag. De PS-3410 modellen zijn speciaal voor boomchirurgie en boomverzorging ontwikkeld. Daarom moeten deze motorzagen uitsluitend door „motorzaagbestuurders met extra scholing voor het werken in hef- of ladderkooien, resp.
Omvang van de levering 1. 2. 3. 4. 5. 6. Motorkettingzaag Geleiding voor de zaagketting Zaagketting Beschermkap voor de geleiding Montagesleutel Gebruiksaanwijzing (niet afgebeeld) Als een van de hier afgebeelde onderdelen bij de levering ontbreekt, dan moet u zich tot uw leverancier wenden. Symbolen De kettingzaag is voorzien van stickers met symbolen die ook in de handleiding gebruikt worden.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Beoogd gebruik Motorzagen De motorzaag mag uitsluitend worden gebruikt voor het zagen van hout in openlucht. Al naargelang de motorzaagklasse geschikt voor volgende toepassingen: - midden- en professionele klasse: gebruik in dun, middelmatig dik en dik hout, vellen, onttakken, inkorten, uitdunnen van bossen. - hobbyklasse: occassioneel gebruik in dun hout, onderhoud van fruitbomen, vellen, onttakken, inkorten.
Brandstoffen en bijtanken - - - Zet de motor uit als u de kettingzaag bijtankt. Rook niet en tank niet bij in de buurt van een open vuur (5). Laat de motor afkoelen alvorens te tanken. Brandstoffen kunnen oplosmiddelen bevatten. Huid- en oogcontact met minerale oliën moet vermeden worden. Tijdens het bijtanken moet u steeds beschermende handschoenen dragen. Zorg ervoor dat u uw beschermende kleding regelmatig vervangt. Adem geen brandstofdampen in. Mors geen brandstof of kettingolie.
Terugslag (“Kickback”) - - Het gevaar van een gevaarlijke terugslag („Kickback“) tijdens het zagen met de kettingzaag is reëel. Terugslag („Kickback“) ontstaat als het bovenste uiteinde van de zaaggeleiding (zaagblad) door onoplettendheid in aanraking komt met hout of andere harde voorwerpen (10). Voordat de zaag „de snede inzet“ kan hij ongewild zijwaarts een weg zoeken of wegspringen (OPPASSEN: in deze situatie ontstaat een verhoogd risico op terugslag).
- - - - - - - - - Let op bij het zagen van gesplinterd hout. Er kunnen rondvliegende houtsplinters meegetrokken worden (mogelijk gevaar voor lichamelijk letsel). Als er gezaagd wordt met de bovenkant van de zaaggeleider en de zaagketting komt klem te zitten, dan kan de kettingzaag teruggestoten worden in de richting van de persoon die zaagt. Dit is de reden waarom er, in de mate van het mogelijke, met de onderkant van de zaaggeleider gezaagd moet worden.
Transport en opslag - - Als u tijdens het werken van werkplek verandert, dan moet u de kettingzaag afzetten en de kettingrem aanzetten om ongewild starten van de kettingzaag te voorkomen. Het is verboden om de kettingzaag met lopende zaagketting te vervoeren. Als u de kettingzaag over een lange afstand vervoert, dan moet u de meegeleverde beschermkap over de zaaggeleider aanbrengen. Draag de kettingzaag altijd aan de beugelgreep met de zaaggeleider naar achteren (20).
Technische specificaties PS-3410 Cilinderinhoud cm3 34 Boring mm 38 Slag mm 30 Maximaal vermogen bij nominaal toerental kW / 1/min 1,4 / 8.500 Maximale koppel bij toerental Nm / 1/min 1,6 / 6.500 Stationair toerental / max. motor toerental met zaaggeleider / ketting 1/min 3.000 / 12.500 Koppel toerental 1/min 4.500 Geluidsdruk (op de werkplek) LpA, eq vlgs. ISO 22868 1) 4) dB(A) 94,1 / KpA = 2,5 Geluidsniveau LWA, Fl + Ra vlgs. ISO 22868 2) 4) dB(A) 104,7 / KWA = 2,5 Trillingen ahv, eq vlgs.
INBEDRIJFNAME ATTENTIE: Bij alle werkzaamheden aan zaaggeleider en zaagketting te allen tijde de motor afzetten, de bougiestekker eraf trekken (zie Bougie verv angen) en beschermende handschoenen dragen! ATTENTIE: A De motorkettingzaag mag pas gestart worden na volledig te zijn samengebouwd en controle! Montage van de zaaggeleiding en zaagketting Gebruik de bijgeleverde combisleutel voor de hierna genoemde werkzaamheden.
De zaagketting (9) op kettingwiel (10) leggen. De zaagketting met de rechter hand in de bovenste geleidegroef van de zaaggeleider (11) voeren. De snijkanten van de zaagketting moeten aan de geleiderbovenkant in de richting van de pijl wijzen! E Voer de zaagketting (9) om de omlegschijf (12) van de zaaggeleider, en trek daarbij de zaagketting licht in de richting van de pijl.
Controle van de kettingspanning De zaagketting is juist gespannen wanneer de zaagketting tegen de onderzijde van de zaaggeleider aanligt en de zaagketting nog gemakkelijk met de hand bewogen kan worden over de zaaggeleider. Hierbij moet de kettingrem gelost zijn. Controleer regelmatig de kettingspanning, omdat nieuwe zaagkettingen na verloop van tijd uitrekken en langer worden! Daarom de kettingspanning regelmatig bij afgezette motor controleren.
Brandstoffen LET OP: De machine wordt met mineraalolieproducten (benzine en olie) bedreven! Bij de omgang met benzine is verhoogde waakzaamheid geboden. Brandstof 50:1 50:1 Roken en open vuur zijn verboden (ontploffingsgevaar). Brandstofmengsel De motor van deze machine is een hoogwaardige, luchtgekoelde tweetaktmotor. De motor werkt op een mengsel van benzine en tweetaktolie. De motor is ontworpen voor gebruik van normale loodvrije benzine met een minimaal octaangetal van 91 ROZ.
Belangrijke aanwijzing aangaande bio-olie voor zaagkettingen Bij een bultenbedrijfsstelling op langere duur moet de olietank worden leeggemaakt, waama er een kleine hoeveelheid motorolie (SAE 30) moet worden ingegoten. Daarop de zaag enige tijd laten lopen, om alle resten bio-olie uit de tank, het olieleidingssysteem en de zaaginrichting te spoelen.
Kettingsmering afstellen Uitsluitend bij uitgeschakelde motor! De olietoevoerhoeveelheid kan met de afstelschroef (1) worden geregeld. De toevoer kan met de combinatiesleutel worden veranderd.
Motor starten De motorkettingzaag mag pas gestart worden na volledig te zijn samengebouwd en controle! Op minstens 3 m afstand van de plek waar getankt wordt. Zorg dat u stabiel staat en leg de motorkettingzaag zo op de grond leggen dat de zaaginrichting vrij van de grond blijft. Kettingrem inschakelen (blokkeren). Pak de achterste handgreep goed beet en druk de kettingzaag stevig tegen de grond. Zet daarbij ook nog uw knie op diezelfde handgreep.
Kettingrem controleren De kettingrem moet elke keer vóór werkbegin worden gecontroleerd. De motor zoals beschreven starten (een vellige stand innemen en de motorzaag zodanig op de grond zetten, dat het zaagwerk vrij staat). De beugelgreep met één hand stovig omvatten, de andere hand aan de handgreep. De motor op halve toeren laten lopen en met de rug van de hand de handbeschermer (7) in de richting van de pijl drukken tot de kettingrem blokkeert. Nu moet de zaagketting onmiddellijk tot staan komen.
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN Zaagketting slijpen ATTENTIE: Bij alle werkzaamheden aan zaaggeleider en zaagketting te allen tijde de motor afzetten, de bougiestekker eraf trekken (zie Bougie vervangen) en beschermende handschoenen dragen! De zaagketting moet worden geslepen, wanneer: zaagselachtige spaanders ontstaan bij het zagen van vochtig hout. de ketting ook bij grote druk slechts met moeite in het hout trekt. de snijkant zichtbaar beschadigd is.
De slijphoek van 30° moet bij alle zaagtanden zonder uitzondering dezelfde zijn. Verschil in de hoeken veroorzaakt een ruwe en onregelmatige kettingloop, vergroot de slijtage en kan leiden tot kettingbreuk! De snijhoek van de zaagtand van 80° / 85° volgt uit de indringdiepte van de rondvijl. Als de voorgeschreven vijl op een juiste wijze gebruikt wordt ontstaat de correcte snijhoek vanzelf.
De binnenruimte van het kettingwiel schoonmaken, beschermhuls van de kettingvanger controleren en zo nodig vervangen ATTENTIE: Bij alle werkzaamheden aan zaaggeleider en zaagketting te allen tijde de motor afzetten, de bougiestekker eraf trekken (zie Bougie vervangen) en beschermende handschoenen dragen! ATTENTIE: De motorkettingzaag mag pas gestart worden na volledig te zijn samengebouwd en controle! Kettingwielbeschermer (4) afnemen (zie Hoofdstuk „INBEDRIJFNAME“ A-B) en binnenruimte met een kwast of zac
Nieuwe zaagketting AT TENTIE: Uitsluitend voor deze motorzaag toegelaten kettingen en zaaggeleiders gebruiken (zie uittreksel uit de reserveonderdelenlijst)! Voordat een nieuwe zaagketting omgelegd wordt moet allereerst de staat van het kettingwiel (7) gecontroleerd worden. Kettingwielbeschermer afnemen (zie Hoofdstuk „INBEDRIJFNAME“ A - H) ATTENTIE: Ingelopen kettingwielen (8) kunnen bescha digingen van de nieuwe zaagketting veroorzaken en moeten vervangen te worden.
Bougie vervangen ATTENTIE: Bougie of bougiedop mogen niet bij lopende motor aan geraakt worden (hoogspanning!). 0,5 mm Onderhoudswerkzaamheden uitsluitend bij uitgeschakelde motor uitvoeren. Bij hete motor gevaar van verbranding. Beschermhandschoenen dragen! Bij beschadiging van de isolator, sterke verbranding van de elektroden, of sterk vervuilde electroden, moet de bougie vervangen worden. Bougiestekker (1) van de bougie af trekken. De bougie uitsluitend met de meegeleverde combisleutel eruitnemen.
Terughaalveer-cassette vernieuwen Het ventilatorhuis en de kabeltrommel demonteren en monteren (zie „Vervangen van de starterkabel“). De terughaalveer-cassette (9) voorzichtig uit de ventilatorkast nemen. ATTENTIE: Gevaar van letsel! Een gebroken veer kan eruit springen. Voorzichtig een nieuwe terughaalveer-cassette inbouwen. C Uitlaat en knalpot schoonmaken ATTENTIE: Zolang de motor nog heet is bestaat er verbrandingsgevaar.
Periodieke onderhouds- en reingingsvoorschriften Voor een lange levensduur alsook ter voorkoming van schades en ter waarborging van het volledig functioneren van de veiligheidsvoorzieningen moeten de hierna beschreven onderhoudstaken regelmatig uitgevoerd worden. Garantieclaims worden alleen dan toegelaten, indien deze taken regelmatig en zoals voorgeschreven uitgevoerd zijn.
Reserveonderdelen Betrouwbaarheid, levensduur en veiligheid van uw machine is ook afhankelijk van de kwaliteit van de gebruikte reserveonderdelen. Alleen originele DOLMAR-reserveonderdelen gebruiken, die door het teken zijn gekenmerkt. Alleen de originele onderdelen komen uit dezelfde fabriek als de machine en garanderen daarom de beste kwaliteit van materiaal, maatvastheid, werking and veiligheid. Originele reserveonderdelen en accessoires zijn verkrijgbaar bij uw vakhandelaar.
Uittreksel uit de reserve-onderdelenlijst Alleen originele DOLMAR-reserveonderdelen gebruiken. Voor reparaties en vervanging van andere onderdelen is uw DOLMAR service-werkplaats verantwoordelijk. PS-3410 Pos. DOLMAR-Nr. Aa.