User Guide
Table Of Contents
- Contents
- SAFETY GUIDELINES
- 安全须知
- 安全須知
- PANDUAN KESELAMATAN
- 安全ガイドライン
- 안전 가이드
- PANDUAN KESELAMATAN
- คำแนะนำด้านความปลอดภัย
- УКАЗАНИЯ ЗА БЕЗОПАСНОСТ
- BEZPEČNOSTNÍ POKYNY
- SIKKERHEDSVEJLEDNINGER
- DIRECTRICES DE SEGURIDAD
- ΟΔΗΓΙΕΣ ΑΣΦΑΛΕΙΑΣ
- TURVALLISUUSOHJEET
- SIGURNOSNE SMJERNICE
- BIZTONSÁGI IRÁNYELVEK
- DIRETTIVE SULLA SICUREZZA
- VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN
- RETNINGSLINJER FOR SIKKERHET
- ZASADY BEZPIECZEŃSTWA
- DIRETRIZES DE SEGURANÇA
- DIRETRIZES DE SEGURANÇA
- MENȚIUNI PRIVIND SIGURANȚA
- SÄKERHETSRIKTLINJER
- GÜVENLİK YÖNERGELERİ
- إرشادات السلامة
- Compliance Information
28
• NIET opstijgen of landen van/op zanderige of stoffige grond. De levensduur van de
•
2. Veilig vliegen
• Zorg ervoor dat u niet onder invloed van alcohol, drugs of verdoving bent, of lijdt
aan duizeligheid, vermoeidheid, misselijkheid of andere lichamelijke of geestelijke
aandoeningen, die nadelige gevolgen kunnen hebben voor uw geschiktheid om
de drone veilig te besturen.
• De verbindingsonderdelen (inclusief de gimbaldemper) tussen de dronebehuizing
en de gimbalcamera zijn delicaat. Ga voorzichtig te werk. Als de gimbaldemper
beschadigd is of eraf valt, neem dan contact op met DJI Support voor hulp.
• Zorg ervoor dat de gimbalvergrendeling naar de vergrendelde positie wordt
gedraaid door het vergrendelingspictogram uit te lijnen met de rode stip op de
drone. Het wordt aanbevolen om de gimbalvergrendeling linksom te draaien om
ervoor te zorgen dat de cameragimbal stevig is bevestigd. Zorg ervoor dat de lens
stevig is bevestigd en dat de lensvergrendelingshendel in de vergrendelde stand
is gedraaid.
• Blijf uit de buurt van de transformerende dronearmen, om letsel te voorkomen.
• Plaats uw hand of vingers NIET op een plek waar een waarschuwingslabel voor
beknelling is aangebracht.
• Als het transformatiemechanisme van de drone niet goed werkt, forceer het
dan NIET om op te stijgen. Als de drone tijdens de vlucht niet succesvol kan
transformeren, probeer het dan nog een paar keer. Probeer de vliegende drone
NIET met de hand te pakken.
• Blijf uit de buurt van de roterende propellers en motoren om letsel te voorkomen.
• Houd de drone te allen tijde in de gaten (visual line of sight/VLOS) om de
vliegveiligheid te garanderen.
• Zorg ervoor dat u de aanwijzingen in DJI Pilot 2 volgt om zo snel mogelijk terug
te keren naar de thuisbasis en te landen als u wordt gewaarschuwd voor harde
wind, kalibratie van het kompas, overbelasting van de motor of oververhitting
van de motor.
• Zorg ervoor dat de drone is getransformeerd naar de landingsmodus voordat
u landt. Transformeer de drone NIET in ATTI-modus. Anders kan de drone het
evenwicht verliezen en zijwaarts afwijken.
• Probeer NIET de drone op te vangen of het landingsgestel vast te houden
wanneer de drone landt. Anders kan het de zichtsystemen verstoren en letsel
veroorzaken.
• Wacht tot de propellers na de landing volledig stoppen met draaien en schakel
vervolgens de drone en de afstandsbediening uit. Raak het oppervlak van de
motor NIET aan om letsel te voorkomen.
• Als de drone per ongeluk in water valt, schakel de drone dan NIET onmiddellijk na
het oppakken in. Het inschakelen van een drone die in het water is gevallen, kan
permanente schade aan componenten van de drone toebrengen.
• Stop met het gebruik van de drone als deze niet goed werkt. Gebruik GEEN drone
dat betrokken is geweest bij een botsing. Neem contact op met DJI Support of een
door DJI erkende dealer voor hulp.
• Houd de drone uit de buurt van mensen en dieren op een veilige afstand bij het
bijwerken van firmware, kalibreren van systemen of instellen van parameters.
• Zorg ervoor dat de gimbalcamera en andere ladingen zijn verwijderd voordat u de
drone in reismodus transformeert. Plaats de drone op een vlak oppervlak voordat
u schakelt tussen de reismodus en de landingsmodus, om te voorkomen dat het
neerwaartse zichtsysteem bekrast raakt en het zichtpositioneringsvermogen
wordt beïnvloed.
• Gebruik uitsluitend originele DJI-onderdelen of onderdelen die door DJI zijn
goedgekeurd. Niet-goedgekeurde onderdelen kunnen systeemstoringen
veroorzaken en de veiligheid in gevaar brengen.
• Doe GEEN aanpassingen aan de drone en de componenten of onderdelen
daarvan. Ongeautoriseerde wijziging kan storingen veroorzaken en de veiligheid
in gevaar brengen, wat kan leiden tot vluchtongevallen.
•
volgt u de aanwijzing om de drone terug te vliegen naar een veilige plaats terug of
dit ernstige schade toebrengen aan de drone, andere eigendommen, mensen en
dieren.
• Vertrouw NIET volledig op de zichtsystemen, het infrarooddetectiesysteem,
de landingsbeschermingsfunctie, de informatie van de DJI Pilot 2 en andere
de omgeving en behoud de controle over de drone.
3. Veiligheidsbericht accu
Gebruik
• Laat de accu NIET met vloeistof in contact komen. Laat de accu NIET bedekt met
vocht of buiten in de regen. Laat de accu NIET in het water vallen. Anders kan een
explosie of brand ontstaan.
• Gebruik GEEN andere accu's dan DJI-accu's.
• Gebruik NOOIT gezwollen, lekkende of beschadigde accu's. Neem in dergelijke
situaties contact op met DJI of een erkende DJI-dealer.
• Gebruik de accu NIET in sterk elektrostatische of elektromagnetische
omgevingen. Als u dit niet doet, kunnen de accu en de drone ernstig defect raken.
• Demonteer of doorboor de accu NOOIT. Anders kan de accu lekken, vlam vatten
of exploderen.
• De elektrolyten in de accu zijn zeer corrosief. Was bij contact van elektrolyten
met huid of ogen het gebied onmiddellijk met water en roep medische hulp in.
• Gebruik een accu NIET wanneer deze betrokken is bij neerstorten of zware
impact.
• Als de accu tijdens de vlucht in het water valt, haal deze er dan onmiddellijk uit
en plaats deze op een veilige en open plek. Blijf uit de buurt van de accu totdat
deze volledig droog is. Gebruik de accu NIET opnieuw. Voer de accu af volgens de
plaatselijke voorschriften.
• De accu moet worden gebruikt in een omgevingstemperatuur van -20 °C tot
40 °C, idealiter tussen 25 °C en 35 °C is. Gebruik van de accu in een omgeving
boven 35 °C of onder 20 °C kan de levensduur van de accu verkorten en zelfs de
prestatie van de accu beïnvloeden. Door de accu te gebruiken of op te slaan in
een omgeving met een temperatuur hoger dan 40 °C, kan de accu opzwellen, wat
kan leiden tot brand of zelfs een explosie.
• Als de accu vlam vatten, gebruik dan zand of een droog poederbrandblusser om
de brand te blussen.
• Plaats de accu NIET op een geleidend oppervlak zoals een metalen tafel.
Veroorzaak NOOIT kortsluiting van de accu.
•
• Sla de accu NIET voor langere tijd op nadat deze volledig is ontladen. In zo'n geval
De accu opladen
• Gebruik het meegeleverde DJI-oplaadapparaat. DJI accepteert geen enkele
verantwoordelijkheid voor schade die wordt veroorzaakt door het gebruik van
een oplader anders dan van DJI die niet aan de gestelde eisen voldoet.
• Laad de accu NIET op in de nabijheid van brandbare materialen, voorwerpen of
brandbare oppervlakken zoals tapijten of hout. Verplaats het oplaadapparaat
NIET tijdens het opladen. Laat de accu NIET onbeheerd achter tijdens het
opladen.
• Laad de accu NIET direct na het vliegen op, omdat de temperatuur van de accu
dan te hoog kan zijn. Wacht tot de accu is afgekoeld tot kamertemperatuur
voordat u deze weer oplaadt. Het opladen van de accu bij een temperatuur van
18 °C tot 35 °C kan de levensduur van de accu aanzienlijk verlengen.
•
ontlaad de twee accu's in een paar om de vluchtprestaties te optimaliseren en de
• Koppel de accu's los van het laadapparaat als ze volledig zijn opgeladen. Laad de
Opslag en transport
• Houd de accu's buiten het bereik van kinderen.
• Bewaar de accu NIET in omgevingen met een temperatuur hoger dan 60°C.
• Plaats de accu NIET in de buurt van warmtebronnen, zoals een oven of kachel, in
direct zonlicht of in een voertuig tijdens warm weer. De ideale opslagtemperatuur
voor de accu is tussen de 20 °C tot 30 °C.
• Plaats de accu NIET op of in de buurt van bedrading of andere metalen
voorwerpen zoals een bril met een metalen frame, horloges, sieraden en
haarspelden. Hierdoor kan kortsluiting van de accu ontstaan.
• Vervoer NOOIT beschadigde accu's.
• Verwijder de accu's uit de drone wanneer deze voor een langere periode wordt
opgeslagen.
• Bewaar de accu op een goed geventileerde plaats.
• Als een accu met een laag accuniveau gedurende langere tijd wordt opgeslagen,
slaapstand te halen.
• De prestaties van de accu worden beïnvloed als de accu gedurende langere tijd niet
in goede staat te houden.
• Als de accu lange tijd moet worden opgeslagen, wordt aanbevolen om de accu tot
• Als u de accu in een drone moet meenemen, zorg er dan voor dat u zich houdt aan
• Voordat u de accu vervoert, moet u de accu tot 20% tot 30% ontladen en de accu
Disclaimer en waarschuwing
richtlijn en alle instructies op www.dji.com/inspire-3 heeft gelezen en begrepen en