Operation Manual
- 13 -
0DT829 15/10/2012
INSTELLING EINDAANSLAG
1. Kalibreer de vertragingsstappen op nul. (T5 - T6)
2. Kalibreer de eindaanslag (C) op de reductiemotor, zodanig dat de deur zich
sluit op ongeveer 200/300 mm van het sluitingspunt.
3. Kalibreer de eindaanslag voor opening (A), op het punt van opening.
4. Kalibreer de eindaanslag van de vertraging (B) zodanig dat deze in werking
treedt op ongeveer ¾ van de openingsslag.
5. Kalibreer de openingssnelheid met de (T3) en sluiting (T4).
6. Kalibreer de trimmers van de vertragingsstappen (T5) opening en (T6)
sluiting, zodanig dat een stilstand verkregen wordt in de effectieve standen
van deur geopend en deur gesloten.
ZEKERINGEN
ID Waarden Afmetingen Circuit
F1 - F2 12A - 500V 10.3 x 38 Eenfaseleiding
COMMANDO PROBLEEM CONTROLE
Om het even welk
commando in om het even
welke stand van het doek
Het doek en de motor
worden niet verplaatst
• Test van elektronisch bedieningspaneel faalt (groene led 13
uit en rode led 14 aan)
Commando voor
opening
De motor wordt moeilijk
verplaatst of bereikt de
ingestelde snelheid niet
(de motorrem wordt niet
geactiveerd)
• Controleer of het brugje J2 niet onderbroken is
Tijdens het sluiten De motor voert de
vertragingsramp niet uit
• Regeling van de eindschakelaar voor sluiting (C) op ongeveer
300 mm van de vloer
• Regeling van de vertragingsramp met trimmer T6
NB: zie voor de algemene diagnose ook pag. 15
OPSPOREN VAN STORINGEN
47E
C
B
A
B
C
300
A
¾
ON
J1
1
L N
GND
CNT
T2
T4
T6
T1
T3
T5
DL1011 9 8 7 6 5 4 3 2 1
12
15
1617
13
14
41 40 20 9 8 4 3 2 1 1 0 LAMP1 11 12 13
+F -F U V W
ON
OFF
1 2 3 4
U24
J2
F2F1
230 V 50/60 Hz
NL