Operation Manual

8
DITEC S.P.A - IP1732 - Cross14-15
3.8 CrossTC INSTALLATIE (voor Cross 14)
Deblokkeer de reductiemotor.
Verwijder het tandwiel [15] en de tandlat geleiding [17]. Beves-
tig de kettingwielsteun op de reductiemotor. Plaats de ketting-
wielen zoals op de figuur aang
egeven. Plaats de ketting met
de hand op de kettingwielen. Bevestig het deksel.
Opgelet: Bij gebruik van de ketting is de draairichting van de
reductiemotor omgekeerd.
3.9 Ketting installatie
- Zet de poort open en bevestig de beugel [G] op de vleug-
gel zoals op de figuur aangegeven.
04
X
G
H
- Verbindt de reeds op de motor aanwezige ketting met
de kettingspanner [
H] en bevestig dan op de beugel [G].
- Bevestig dan de beugel [G] op de tegenovergestelde kant
van de poort. Verbindt de ketting met de kettingspanner [H]
en zet vast op beugel [G] (overtollige ketting verwijderen).
Controleer, met de poort volledig open en gesloten, of de
afstand tussen de centers van het kettingwiel [X] en de
kettingspanner [
H] min 60mm is (zie fig.).
011
min. 60
X
H
- Zet tenslotte de reductiemotor stevig vast met behulp van de moeren [D].
- Span de ketting aan met de kettingspanners [H].
- Smeer een weinig de ketting en kettingwielen na montage.
4. ELECTRISCHE AANSLUITING
Electrische bekabeling en in bedrijfstelling worden behandeld in
de installatiehandleiding Control
Panel E1A and LogicA21.
Aandacht: voor de aansluiting van de motor en de eindeloop-
schakelaars, zie de figuren 4.5,
6 and 7.
OPGELET:
sluit de geel-groene aardingsdraad aan op de reeds
op de motor aanwezige klem, zoals weergegeven op de figuur.
5. ONDERHOUDSPROGRAMMA (om de 6 maand)
Zet de stroom af en deblokkeer de reductiemotor (zie de
BEDIENINGSHANDLEIDING
):
- Kijk na of de poort, de verankering en mechanische structuur
voldoende robuust en in goede conditie verkeren.
- Controleer de poort/reductiemotor uitlijning en de afstand
(2-3mm)
tussen de basis van de tanden van het tandwiel en
de top van de tanden van de tandlat, en controleer de af-
stand tussen tandlat en tandlatgeleiding.
- Reinig het rolspoor, smeer lichtjes het tandwiel, tandlat of
kettingwielen en ketting. Open en sluit de poort manueel en
controleer op een vlotte en vloeiende beweging.
Zet de stroom aan en vergrendel de reductiemotor (zie de
BEDIENINGSHANDLEIDING):
- Controleer het functioneren van de eindeloopschakelaars (de
poort moet stoppen op ongev. 20 mm voor de mechanische stops)
- Controleer de instelling van de vermogenregeling motor.
- Controleer de bediening en de veiligheidsfuncties.
AANDACHT: Zie de desbetreffende lijst voor reserveonderdelen.