Operating Instructions and Installation Instructions
NL-24
Nederlands
7.1
7.1.1 Instelvoorbeelden
Een warmteverdelingssysteem (bijv. vloerverwarming) wordt
voor een maximale vertrektemperatuur bij een bepaalde norm-
buitentemperatuur voorzien. Deze is afhankelijk van de locatie
van de warmtepomp en ligt in Duitsland tussen -12 en -18 °C.
De met de verwarmingsregelaar in te stellen max.
teruglooptemperatuur moet bij een buitentemperatuur van –
20 °C ingevoerd worden. Hiertoe dient de maximale
teruglooptemperatuur bij de gegeven norm-buitentemperatuur in
Afb. 7.2 op pag. 24 geregistreerd te worden. Via de reeks van
karakteristieken kan de instelwaarde bij –20 °C afgelezen
worden.
OPMERKING
Stap 1:
Aanpassing van de verwarmingscurve aan lokale en
gebouwomstandigheden door instelling van de klimming (eindpunt van
de verwarmingscurve)
Stap 2:
Instelling van de gewenste temperatuurniveaus door parallelle
verschuiving van de ingestelde verwarmingscurve naar boven of
beneden (balkenindicatie)
Afb. 7.2: Verwarmingscurves ter bepaling van de max. gewenste teruglooptemperatuur
Vloerverwarming
35 °C / 28 °C
Radiatoren
55 °C / 45 °C
Norm-buitenluchttemperatuur °C -12 -14 -16 -12 -14 -16
Benodigde vertrektemperatuur
(bij norm-buitenluchttemperatuur)
35 °C 35 °C 35 °C 55 °C 55 °C 55 °C
Temperatuurverschil vertrek / terugloop 7°C 7°C 7°C 10°C 10°C 10°C
Benodigde teruglooptemperatuur
(bij norm-buitenluchttemperatuur)
28 °C 28 °C 28 °C 45 °C 45 °C 45 °C
In te stellen
verwarmingscurve eindpunt
30 °C 29 °C 29 °C 48 °C 47 °C 46 °C
Voorbeeld 1 Voorbeeld 2
9HUZDUPLQJVFXUYHV
%XLWHQZDQGWHPSHUDWXXULQ&
9RRUEHHOG
(LQGSXQWYDQ
GHYHUZDUPLQJVFXUYH&
1RUP
WHUXJORRS
WHPSHUDWXXU
LQ&
9RRUEHHOG
7HUXJORRS
QRUPEXLWHQ
WHPS&
9RRUEHHOG
7HUXJORRS
QRUPEXLWHQ
WHPS&
9RRUEHHOG
1RUPEXLWHQOXFKW
WHPSHUDWXXU&
9RRUEHHOG
1RUPEXLWHQOXFKW
WHPSHUDWXXU&
9RRUEHHOG
(LQGSXQWYDQ
GHYHUZDUPLQJVFXUYH&










