Instructions
NL
DE
EN
www.diclaadsystemen.nl
5
3 MONTAGE OPLAADPUNT
Na het goed waterpas en stevig monteren van het bodemdeel kan het oplaadpunt
gemonteerd worden. Zorg vóór montage dat de bovenkant van het montage deel
en de 4 draadeinden M12 goed schoon zijn, verwijder de 4 bouten inclusief de
kunststof ringen.
Schroef de deksel los met de meegeleverde torx 20 en open de zuil d.m.v.
de meegeleverde sleutel, til de deksel naar boven. Berg de deksel, bouten en
kunststof ringen tijdens de montage goed op en voorkom beschadigingen.
Plaats de zuil op het bodemdeel, plaats eerst de kunststof ringen en vervolgens de
M12 moeren. Draai deze goed vast met een 19 mm dopsleutel. Draai de wartels
goed aan zodat deze volledig afsluiten. Wanneer een wartel niet gebruikt wordt
dicht deze af om optrekkend vocht te weren.
4 AANSLUITEN GROND KABELS
Onder in het laadpunt zijn 2 ABB hoofdschakelaars gemonteerd, deze schakelaars
zijn gecodeerd met 10HS1 en 20Hs2. Gebruik voor het aansluiten een NO.2
Pozidrive moment schroevendraaier, stel deze in op 2,8Nm. Monteer de voeding
aan de onderzijde van deze schakelaars, aan de onderzijde van 10HS1 wordt
tevens de voeding aangesloten van de stuurstroom beveiliging 5HS3.
Let goed op met aansluiten, de schakelaars
hebben een dubbele klem functie. Zorg
ervoor dat aan iedere klem zijde bij L1 en N
de voeding voor de beveiliging 5HS3 wordt
aangesloten. Monteer de 2 aard litze’s af op de
groen/gele klemmen, voor iedere aard draad
is 1 klem 6mm2. Controleer de hoogte van de
aardweerstand met een aardingsweerstand
meter < 167 ohm. Zorg ervoor dat de
schakelaars in de uit stand staan, dit geld ook
voor de stuurstroom automaat 5HS3.