Instructions

www.diclaadsystemen.nl
5
NL
DE
EN
NL
DE
EN
De lader is niet voorzien van een hoofdstroom beveiliging, monteer deze extern in
bijvoorbeeld een groepenkast. Gebruik een eigen beveiliging voor het oplaadpunt.
Het oplaadpunt staat ingesteld op 16 ampére laadvermogen.
Lampen op het laadpunt:
Groen: Power • Blauw: Charge
3a INSTELLEN OP 10 AMPÉRE
De lader staat standaard ingesteld op 16 Ampére laden. Wanneer 10 Ampére
laden gewenst is, monteer dan de zwarte draad 10A op de geel/groene aardklem
4 IN BEDRIJF STELLEN
Is de kabel juist aangesloten en gecontroleerd op kortsluiting? Schakel dan bij een
goed aangesloten lader de beveiliging 5HS3 in. De groene “Power” led zal gaan
branden als de externe beveiliging ingeschakeld is. Test nu met de EV-tester het
oplaadpunt op de werking. Deze tester is verkrijgbaar bij uw leverancier.
5 WERKING OPLAADPUNT
Laden Starten: Plug and Charge uitvoering
Bij een Plug and Charge uitvoering schakelt de lader automatisch in wanneer de
auto is verbonden met het oplaadpunt. De Type-2 Mennekes connector wordt
automatisch vergrendeld.
De groene “Power” led brand: de lader is gereed om te laden of uw accu is vol.
De blauwe “Charge” led gaat branden: de lader gaat laden.
Let op: Start het laden door eerst uw voertuig
te verbinden met het oplaadpunt. Controleer
na connectie het oplaadpunt op een juiste
verbinding. Na de controle start de lader en gaat
de blauwe “Charge” led branden.
Wanneer de accu is vol geladen stopt de lader
automatisch met laden, de groene Power led
LAADPAS
LAADPAS
LAADPAS