Operation Manual

6
Veiligheidsinstructies
Bevestig de Home Control Rookdetector aan het plafond van de kamer in het midden
van de ruimte, resp. op minimaal 50 cm afstand tot wanden, balken of inrichtings-
elementen.
Bevestig de Home Control Rookdetector zo horizontaal mogelijk (hellingshoek bij
schuine daken max. 20°).
In ruimten met plafondhellingen groter dan > 20° kunnen zich in de nokpunt warm-
testuwingen vormen. In dit geval bevestigt u de Home Control Rookdetector op mi-
nimaal 50 cm en maximaal 1 m onder een dak- resp. plafondnok.
Bevestig de Home Control Rookdetector niet in de buurt van luchtschachten en niet
op plekken met een sterke trek.
Bevestig de Home Control Rookdetector niet in ruimtes waar normaal gesproken
aanzienlijke hoeveelheden stoom, rook of stof ontstaan.
Installeer meerdere Home Control Rookdetectoren in één ruimte, wanneer het te be-
waken oppervlak > 60 m2 bedraagt, resp. door balken onderbroken is.
De Home Control Rookdetector mag niet worden overgeverfd! Door de verf raken de
ventilatiesleuven en rooktoegangsopeningen verstopt en functioneert het apparaat
niet meer goed.