Operation Manual
16 Ingebruikneming
devolo dLAN LiveCam
4.3.2 Controlelampen
De controlelamp (LED) toont de status van de
dLAN LiveCam door verschillend knipper- en lichtge-
drag:
쎲 groen knipperen resp. licht:
쑗 De LED knippert met regelmatige snelle
tussenpozen (0,5 s), wanneer de
dLAN LiveCam zich verbindt met het dLAN-
net (Pairing).
쑗 De LED brandt, wanneer de dLAN LiveCam
toegang wordt verkregen tot de server.
쑗 De LED knippert met snelle tussenpozen
(0,1 s./0,2 s), wanneer data worden overge-
dragen en wanneer toegang wordt verkregen
tot de dLAN LiveCam.
쎲 De LED brandt oranje, wanneer de
dLAN LiveCam bedrijfsklaar is en een dLAN-
verbinding bestaat.
쎲 De LED knippert rood met onregelmatige tus-
senpozen (0,5 s./2 s), wanneer er geen dLAN-
verbinding aanwezig is.
Vanwege veiligheidsredenen kan de
lampfunctie van de LED in het
dLAN LiveCam instellingenmenu wor-
den uitgeschakeld (zie 5.3.2 Instellin-
genmenu).
4.3.3 Coderingsknop
De gegevensencryptie vindt eenvoudig plaats met een
druk op de knop; zie voor de werking van de coderings-
knop hoofdstuk 5.1 Netwerk met een druk op de
knop coderen.
4.3.4 Reset
Om de camera-instellingen van de dLAN LiveCam
terug te brengen in de toestand bij levering, drukt u
op de reset-knop.
Let erop dat alle uitgevoerde instellin-
gen hierbij verloren gaan! Ook het
dLAN-wachtwoord wordt dan gerest
naar het standaard wachtwoord.
De resetknop kan met behulp van een ball-
point worden ingedrukt.
4.3.5 Stroomaansluiting
Hier verbindt u de dLAN LiveCam met het stroomnet.
Foto 7