Operation Manual

14 Inbedrijfname
devolo dLAN 550 duo+
Let erop, dat uw computer of het betreffen-
de apparaat moet beschikken over een net-
werkkaart of een netwerkadapter met
netwerkpoort.
Voor het opzetten van een dLAN-
netwerk hebt u twee dLAN (AV)-
apparaten nodig (200 Mbps,
500 Mbps, 600 Mbps of 1000 Mbps).
3.3 Functies
De dLAN 550 duo+ is voorzien van een controlelamp
(LED), twee netwerkaansluitingen en de coderings-
knop.
3.3.1 Controlelamp
De controlelamp (LED) geeft de status aan van de
dLAN 550 duo+ door verschillende knipper- en licht-
gedrag aan:
De LED knippert regelmatig (van 2 s), wanneer
de dLAN 550 duo+ op het elektriciteitsnet-
werk is aangesloten, maar er geen dLAN-ver-
binding is.
De LED brandt wit, wanneer de dLAN 550 duo+
bedrijfsgereed is en er een dLAN-verbinding
is.
De LED knippert snel, wanneer de codering
(Pairing) in het dLAN-netwerk wordt uitgevoerd.
De LED knippert met onregelmatige tussen-
pozen (1 s/15 s), wanneer de dLAN 550 duo+
zich in de stroombesparingsmodus bevindt.
De LED brandt rot, wanneer de gegevensover-
dracht van de dLAN 550 duo+ is niet optimaal.
Om de gegevensoverdracht te verbeteren lees in
het hoofdstuk 5.1 Optimalisering band-
breedte.
3.3.2 Netwerkaansluiting
Hier verbindt u de dLAN 550 duo+ via de netwerkka-
bel met een computer en/of een ander netwerkappa-
raat.
3.3.3 Coderingsknop
Gegevenscodering met een druk op de knop; Lees voor
de werkwijze van de coderingsknop verder in het
hoofdstuk 4.2 dLAN-netwerk met een druk op de
knop coderen.
3.3.4 Ingebouwde contactdoos
Wanneer u andere netwerkapparaten aansluit met be-
hulp van stekkerdozen, kunt u deze stekkerdozen op de
contactdoos van de dLAN 550 duo+ aansluiten. Het
hier ingebouwde netfilter elimineert eventuele stoor-