Operation Manual

26 Ingebruikneming
devolo dLAN 500 WiFi
4.3.4 Netwerkaansluiting
Via de LAN-aansluiting kan een computer of een ander
netwerkapparaat via een standaard netwerkkabel met
de dLAN 500 WiFi worden verbonden.
4.3.5 Wi-Fi-antennes
De interne Wi-Fi-antennes zijn bedoeld voor de draad-
loze verbinding met andere netwerkapparaten.
4.4 De dLAN 500 WiFi aansluiten
In dit gedeelte laten wij u zien hoe u de dLAN 500 WiFi
op een computer of op een ander netwerkapparaat
kunt aansluiten.
Noteer vooraf de Wi-Fi-code van de
dLAN 500 WiFi. U vindt de unieke vei-
ligheidscode van de adapter op het eti-
ket op de achterkant van de behuizing.
Sluit de dLAN 500 WiFi via een netwerkkabel aan
op een netwerkaansluiting van uw computer of
een ander netwerkapparaat.
Wanneer u alleen de Wi-Fi-functie op
de dLAN 500 WiFi wilt gebruiken,
steek dan de adapter in een stopcon-
tact, zonder bekabeling. (zie 2.4 Toe-
passingsvoorbeelden)
Steek de dLAN 500 WiFi in een stopcontact/
wandstopcontact. Zodra de controle-LED van de
dLAN-knop groen brandt (na ca. 45 s), is de adap-
ter klaar voor gebruik.
Het stopcontact/wandstopcontact
moet zich binnen het zendbereik van
het aangesloten netwerkapparaat be-
vinden.
De dLAN 500 WiFi met het kabelge-
bonden netwerkapparaat moet ge-
makkelijk toegankelijk zijn.
Om de dLAN 500 WiFi uit te schakelen
resp. van het stroomnet los te koppe-
len trekt u het apparaat uit het stop-
contact.
Zodra ten minste één andere dLAN-adapter is
aangesloten en met het stroomnet verbonden is,
is een dLAN-netwerk geïnstalleerd. Om uw dLAN-
netwerk individueel te beveiligen, gaat u door met
de configuratie van uw dLAN-netwerk. Raadpleeg
hiervoor hoofdstuk 5 dLAN-netwerk.