Operation Manual

24 Ingebruikneming
devolo dLAN 500 WiFi
Om Wi-Fi uit te schakelen, houdt u de Wi-
Fi-knop langer dan 3 seconden ingedrukt.
Om Wi-Fi weer in te schakelen, drukt u
kort op de Wi-Fi-knop.
Wi-Fi-netwerk met WPS coderen
Wanneer het apparaat zich in de uitleve-
ringstoestand bevindt, druk dan kort op
de Wi-Fi-knop om WPS te activeren.
Wanneer de Wi-Fi-verbinding was uitge-
schakeld en u wilt WPS activeren, druk
dan tweemaal op de Wi-Fi-knop; eenmaal
om Wi-Fi in te schakelen, eenmaal om WPS te
activeren.
WPS is een door de Wi-Fi Alliance ontwikkel-
de beveiligingsstandaard voor het vergroten
van de veiligheid in een Wi-Fi-thuisnetwerk.
Het doel van WPS is, het toevoegen van ap-
paraten aan een bestaand netwerk te vereen-
voudigen. Uitgebreide informatie
daaromtrent vindt u in hoofdstuk 6.5.6 Wi-
Fi Protected Setup.
Controlelampen:
De geïntegreerde controlelampen (LED's) geven
elke Wi-Fi-status van de dLAN 500 WiFi aan door
een bepaald knipper- of brandgedrag:
Bij uitgeschakelde Wi-Fi-verbinding is ook
de LED uit.
Bij ingeschakelde Wi-Fi-verbinding brandt
de LED groen.
WPS-pairing wordt door snel knipperen
aangegeven.
4.3.2 dLAN-knop
De dLAN-knop stuurt de volgende dLAN-func-
ties:
dLAN-netwerk coderen
Om uw dLAN-netwerk individueel te coderen,
drukt u op de aangesloten apparaten – bin-
nen 2 minuten – op iedere dLAN- resp.
coderingsknop ca. 1 seconde lang (zie
5.1 dLAN-netwerk met een druk op de
knop coderen).
Om een dLAN-apparaat uit uw netwerk te ver-
wijderen, drukt u minimaal 10 seconden
op de dLAN- resp. coderingsknop van het
betreffende apparaat (zie 5.1 dLAN-net-
werk met een druk op de knop coderen).
Controlelampen:
De geïntegreerde controlelampen (LED's) geven
elke dLAN-status van de dLAN 500 WiFi aan door
een bepaald knipper- of brandgedrag: