Operation Manual
16 Inbedrijfname
devolo dLAN 500 duo+
Zorg ervoor dat alle dLAN-apparaten
die aan uw netwerk toegevoegd moe-
ten worden, ook op het elektriciteits-
net aangesloten zijn. Een dLAN-
apparaat zal na korte tijd op de stand-
by-modus overgaan wanneer er geen
ingeschakeld netwerkapparaat (bijv.
een computer) op de netwerkpoort is
aangesloten. In de standby-modus is
het dLAN-apparaat niet via het elektri-
citeitsnet bereikbaar. Zodra het op de
netwerkpoort aangesloten netwerkap-
paraat (bijv. een computer) opnieuw is
ingeschakeld, zal uw dLAN-apparaat
weer via het elektriciteitsnet bereik-
baar zijn.
3.4 De dLAN 500 duo+ aansluiten
In dit gedeelte laten wij u zien hoe u de
dLAN 500 duo+ op een computer en/of op een ander
netwerkapparaat kunt aansluiten.
햲 Sluit de dLAN 500 duo+ via de netwerkkabel aan
op een netwerkaansluiting van uw computer en/of
op een ander netwerkapparaat.
햳 Sluit de dLAN 500 duo+ op een vrij stopcontact
aan.
Andere, met behulp van stekkerdozen aan-
gesloten netwerkapparaten zullen met het
elektriciteitsnet worden verbonden indien u
deze stekkerdozen op de ingebouwde con-
tactdoos van de dLAN 500 duo+.
햴 Nadat u minstens twee dLAN 500 duo+ hebt aan-
gesloten zoals bovenstaand beschreven, zal uw
dLAN-netwerk reeds zijn ingericht. Om uw dLAN-
netwerk te beveiligen moet u verdergaan met de
configuratie van uw netwerk. Raadpleeg hiervoor
hoofdstuk 4 dLAN-netwerk.
3.5 Software installeren
3.5.1 Software voor Windows
U kunt de devolo-software vinden onder
www.devolo.com/500duo+
. Download het
installatiebestand op uw computer. Dubbelklik
vervolgens op het installatiebestand om deze op te
starten.
Met behulp van de installatiewizard installeert u de
dLAN Cockpit voor een juiste werking van de
dLAN 500 duo+ binnen Windows. dLAN Cockpit
vindt alle bereikbare dLAN-adapters op uw dLAN-net-
werk, toont informatie over deze apparaten en versleu-
telt uw dLAN-netwerk.