Operation Manual
Inbedrijfname 19
devolo dLAN 500 AVsmart+
Zorg ervoor dat alle dLAN AV-appara-
ten die aan uw netwerk toegevoegd
moeten worden, ook op het elektrici-
teitsnet aangesloten zijn. Een dLAN
AV-apparaat zal na korte tijd op de
standby-modus overgaan wanneer er
geen ingeschakeld netwerkapparaat
(bijv. een computer) op de netwerk-
poort is aangesloten. In de standby-
modus is het dLAN AV-apparaat niet
via het elektriciteitsnet bereikbaar.
Zodra het op de netwerkpoort aange-
sloten netwerkapparaat (bijv. een
computer) opnieuw is ingeschakeld,
zal uw dLAN AV-apparaat weer via het
elektriciteitsnet bereikbaar zijn.
3.4 De dLAN 500 AVsmart+ aan-
sluiten
In dit gedeelte laten wij u zien hoe u de
dLAN 500 AVsmart+ op een computer of op een ander
netwerkapparaat kunt aansluiten.
햲 Sluit de dLAN 500 AVsmart+ via de meegeleverde
netwerkkabel aan op een netwerkaansluiting van
uw ingeschakelde computer of op een ander net-
werkapparaat.
햳 Sluit de dLAN 500 AVsmart+ op een vrij stopcon-
tact aan.
햴 Andere, met behulp van stekkerdozen aangeslo-
ten apparaten zullen met het elektriciteitsnet wor-
den verbonden indien u deze stekkerdozen op de
ingebouwde contactdoos van de
dLAN 500 AVsmart+ aansluit.
햵 Nadat u minstens twee dLAN 500 AVsmart+ hebt
aangesloten zoals bovenstaand beschreven, zal
uw dLAN AV-netwerk reeds zijn ingericht. Om uw
dLAN AV-netwerk te beveiligen moet u verder-
gaan met de configuratie van uw netwerk. Raad-
pleeg hiervoor hoofdstuk 4 dLAN-netwerk.
3.5 Software installeren
3.5.1 Software voor Windows
Met behulp van de installatiewizard installeert u de de-
volo-software dLAN Cockpit voor een juiste werking
van de dLAN 500 AVsmart+ binnen Windows:
쎲 dLAN Cockpit vindt alle bereikbare dLAN-adap-
ters op uw dLAN AV-netwerk, toont informatie
over deze apparaten en versleutelt uw dLAN AV-
netwerk. Daarnaast kunt u met de dLAN Cockpit
de toegang tot de in uw dLAN-netwerk gedeelde
USB-apparaten regelen.