Operation Manual

dLAN-netwerk 21
devolo dLAN 500 AV Wireless+
4dLAN-netwerk
Voordat u de dLAN 500 AV Wireless+ in uw dLAN-net-
werk kunt inzetten, moet u deze eerst met andere
dLAN-apparaten tot een thuisnetwerk verbinden. Twee
aanwijzingen zijn hierbij van bijzonder belang:
Door het gemeenschappelijk gebruik van een
dLAN-wachtwoord ontstaat een afgebakend
dLAN-netwerk.
Het gemeenschappelijke gebruik van het dLAN-
wachtwoord is bedoeld voor de toegangscontrole
tot het dLAN-netwerk als ook voor de codering,
en daarmee de afluisterbeveiliging, van de over-
gedragen gegevens.
Het dLAN-wachtwoord kan op verschillende manieren
worden ingesteld:
automatisch m.b.v. een druk op de coderings-
knop (zie 4.1 dLAN-netwerk met een druk
op de knop coderen)
handmatig met behulp van het programma
dLAN Cockpit (zie 4.3 dLAN Cockpit) resp.
dLAN Cockpit App (zie 4.2
dLAN Cockpit App) worden vastgelegd.
door invoer van het dLAN-wachtwoord op de
configuratieinterface van de adapter (zie 5.4
Apparaatconfiguratie).
4.1 dLAN-netwerk met een druk op
de knop coderen
Voor het coderen van een dLAN-netwerk, waarin alle
bijbehorende apparaten zijn uitgerust met een code-
ringsknop, drukt u simpelweg op de coderingsknop op
het apparaat. Door op deze knop te drukken wordt uw
dLAN-netwerk m.b.v. een willekeurig wachtwoord be-
veiligd.
Hierna beschrijven wij aan de hand van mogelijke net-
werkscenario's de precieze handelwijzen:
Fig. 4