Operation Manual

19 Inbedrijfname
devolo dLAN 200 AVsmart+
3.4 De dLAN 200 AVsmart+ aan-
sluiten
In dit gedeelte laten wij u zien hoe u de
dLAN 200 AVsmart+ op een computer of op een ander
netwerkapparaat kunt aansluiten.
Let erop, dat uw apparaten beschikken
over de actuele firmware (zie 3.4.1 De
firmware bijwerken).
Sluit de dLAN 200 AVsmart+ via de meegeleverde
netwerkkabel aan op een netwerkaansluiting van
uw ingeschakelde computer of op een ander net-
werkapparaat.
Sluit de dLAN 200 AVsmart+ op een vrij stopcon-
tact aan.
Andere, met behulp van stekkerdozen aangeslo-
ten netwerkapparaten zullen met het elektrici-
teitsnet worden verbonden indien u deze
stekkerdozen op de ingebouwde contactdoos van
de dLAN 200 AVsmart+ aansluit.
Nadat u minstens twee dLAN 200 AVsmart+ hebt
aangesloten zoals bovenstaand beschreven, zal
uw dLAN 200 AV-netwerk reeds zijn ingericht. Om
uw dLAN 200 AV-netwerk te beveiligen moet u
verdergaan met de configuratie van uw netwerk.
Raadpleeg hiervoor hoofdstuk 4 Veiligheid in het
dLAN.
3.4.1 De firmware bijwerken
Wanneer u een dLAN 200 AVsmart+ in
combinatie met oudere versies van
dLAN 200 AV-apparaten van devolo
binnen uw netwerk wilt gebruiken,
moet u eerst de firmware van deze
dLAN 200 AV-apparaten bijwerken.
Voor dit doel moet u ieder dLAN 200
AV-apparaat afzonderlijk op de com-
puter aansluiten en de meegeleverde
cd in het cd-station plaatsen.
Als op uw computer de autoplay-functie is geactiveerd,
zal de installatie automatisch van start gaan. Zo niet,
dan opent u de map met Windows Verkenner door met
de rechtermuisknop op de knop Start te klikken en in
het contextmenu de optie Windows Verkenner te se-
lecteren. Selecteer vervolgens het cd-station, en start
de installatiewizard handmatig.
Selecteer in het hoofdmenu dLAN 200 AVsmart+
installeren de optie Firmwareactualisering voor
dLAN 200 AV-producten om de firmware bij te
werken. Daarna kunt u het apparaat weer op de
gebruikelijke locatie aansluiten. De software voor het