Operation Manual

15 Inbedrijfstelling
devolo dLAN 200 AVmini
3.4 Aansluiting van de
dLAN 200 AVmini
In dit deel laten wij u zien hoe u de dLAN 200 AVmini
aansluit op een computer of op een ander netwerkap-
paraat.
3.4.1 De firmware bijwerken
Wanneer u een dLAN 200 AVmini in
combinatie met oudere versies van
dLAN 200 AV-apparaten van devolo
binnen uw netwerk wilt gebruiken,
moet u eerst de firmware van deze
dLAN 200 AV-apparaten bijwerken.
Voor dit doel moet u ieder dLAN 200
AV-apparaat op de computer aanslui-
ten en de meegeleverde cd in het cd-
station plaatsen.
Als op uw computer de autoplay-functie is geactiveerd,
zal de installatie automatisch van start gaan. Is deze
functie niet geactiveerd, dan opent u de map in Win-
dows Verkenner door met de rechtermuisknop op de
knop Start te klikken en in het contextmenu de optie
Windows Verkenner te selecteren. Selecteer vervol-
gens het cd-station, en start de installatiewizard hand-
matig.
Selecteer in het hoofdmenu dLAN 200 AVmini instal-
leren de optie Firmwareactualisering voor dLAN
200 AV-producten om de firmware bij te werken.
Daarna kunt u het apparaat weer op de gebruikelijke
locatie aansluiten. De software voor het bijwerken van
de firmware treft u ook aan in het downloadgedeelte
van onze website www.devolo.com
.
Sluit de dLAN 200 AVmini via de meegeleverde
netwerkkabel aan op een netwerkaansluiting van
uw ingeschakelde computer of op een ander net-
werkapparaat.
Steek de dLAN 200 AVmini in een beschikbaar
stopcontact.
Vermijd indien mogelijk het gebruik van mul-
tistekkerdozen. De transmissie van de dLAN-
signalen kan hier beperkt zijn. Zoek liever een
vrije wandcontactdoos.
Nadat u minstens twee dLAN 200 AVmini-adap-
ters zoals hierboven beschreven heeft aangeslo-
ten, is uw dLAN 200 AVmini-netwerk al ingericht.
Om uw dLAN 200 AV-netwerk nog te beveiligen,
gaat u door met de configuratie van uw netwerk.
Lees hiervoor verder in het hoofdstuk 4 Veiligheid
in de dLAN.