Operation Manual
|
WLAN-netwerk opzetten
39
|
devolo dLAN 200 AV Wireless G
|
nendringen en zich toegang tot uw computer en netwerkapparaten verschaffen
of zelfs ongemerkt uw internetaansluiting mede gebruiken.
Om dit te voorkomen, biedt de dLAN 200 AV Wireless G verschillende veilig-
heidsmechanismen, die zelfs onderling kunnen worden gecombineerd:
쎲 Door het selecteren van een bepaalde, onzichtbare netwerknaam (SSID)
beperkt u de toegang tot die WLAN-clients die de exacte benaming kennen.
In het hoofdstuk 3.4.3 '
WLAN-instellingen' van dit handboek vindt u meer
informatie over deze functie.
쑗 Sommige WLAN-kaarten hebben problemen om zich met zulke onzicht-
bare draadloze netwerken te verbinden. Als het verbinden met een ver-
borgen SSID voor problemen zorgt, dan moet u eerst proberen om de
verbinding eens bij een zichtbare SSID op te bouwen en die pas daarna
te verbergen.
쎲 De codering van alle radiografisch overgedragen gegevens met WEP, of
beter nog met WPA/WPA2, is niet alleen bedoeld om de toegang tot WLAN
te beperken, maar voorkomt ook het „afluisteren” van de informatie. Meer
informatie over de coderingsmogelijkheden zijn ook in het hoofdstuk 3.4.3
'
WLAN-instellingen' te vinden.
쑗 Zorg ervoor dat al uw WLAN-clients de ingestelde coderingsstandaard
beheersen. In geval van twijfel gebruikt u WEP als „kleinste gemeen
-
schappelijke deler”.
쎲 Uiteindelijk kunt u met behulp van een WLAN-filter de
dLAN
200 AV Wireless G zodanig configureren, dat deze alleen de draad-
loze verbinding met speciaal geselecteerde apparaten toestaat, die vooraf
met hun netwerkidentificatie (MAC-adres) in het WLAN-filter zijn opgeno
-
men. Zie daarvoor ook het hoofdstuk 3.4.4 'WLAN-filters'.