Operation Manual

Verbinding met dLAN-netwerk opbouwen
|
|
devolo dLAN 200 AV Wireless G
|
30
4 Verbinding met dLAN-netwerk opbou-
wen
Voordat u de dLAN 200 AV Wireless G in uw dLAN-netwerk kunt gebruiken,
moet u deze eerst met de andere dLAN 200 AV-apparaten tot een thuisnetwerk
verbinden. Twee aanwijzingen zijn hierbij van bijzonder belang:
Het gemeenschappelijke gebruik van het dLAN-wachtwoord is bedoeld als
toegangscontrole tot het dLAN-netwerk maar ook voor de codering, en
daarmee afluisterveiligheid, van de overgedragen gegevens. Door het
gemeenschappelijke gebruik van een dLAN-wachtwoord ontstaat een
begrenst dLAN-netwerk. Het dLAN-wachtwoord kan automatisch via de
coderingsknop of handmatig met behulp van de dLAN-configuratiewizard
worden bepaald.
In dLAN 200 AV-netwerken, waarbij alle bijbehorende dLAN 200 AV-apparaten
van een coderingsknop zijn voorzien, werkt de individuele datacodering een-
voudig met een druk op de knop.
In dLAN 200 AV-netwerken, waarin apparaten met en zonder coderingsknop
onderling zijn gecombineerd, moet met behulp van de dLAN-configuratiewizard
worden gecodeerd.
Ieder dLAN-apparaat heeft een eigen, 16-tekens lange veiligheidscode
(Security-ID) vermeldt op een etiket op het huis, die deze eenduidig identi
-
ficeert. Wanneer u met behulp van de dLAN-configuratiewizard uw dLAN-
netwerk codeert, dan moeten alle dLAN-apparaten onderling deze
coderingssleutel uitwisselen.
4.1 dLAN 200 AV-netwerk met een druk op de knop
coderen
Voor de codering van een dLAN 200 AV-netwerk, waarbinnen alle bijbehorende
apparaten (bijv. dLAN 200 AVeasy en dLAN 200 AV Wireless G) met coderings-
knop zijn uitgevoerd, drukt u eenvoudigweg op de coderingsknop op het appa-
raat. Door het indrukken van deze knop wordt uw dLAN 200 AV-netwerk met
een randomwachtwoord beveiligd.
De dLAN-LED knippert tot de toekenning van het randomwachtwoord is voltrok-
ken en alle dLAN 200 AV-apparaten op het netwerk elkaar onderling hebben
geregistreerd.