Operation Manual

|
Inbedrijfname
13
|
devolo dLAN 200 AV Wireless G
|
Via de WLAN-knop schakelt u de WLAN-functie van het apparaat aan resp.
uit.
Via de netspannings-aansluitbus verbindt u het apparaat met uw stroom-
net.
De WLAN-antennes zijn bedoeld voor de radiografische verbinding met andere
netwerkapparaten. Deze kunnen onder een hoek worden ingesteld, om het
zend- en ontvangstvermogen passend op de installatieplaats uit te richten.
Let erop, dat in uitleveringstoestand de WLAN-functie is ingeschakeld en
geen WLAN-codering is ingesteld.
2.3 dLAN 200 AV Wireless G aansluiten
Firmware-opmerking: wanneer u een dLAN 200 AV Wireless G samen met
dLAN 200 AV-apparaten met firmware-versie 1.x van devolo wilt gebruiken,
actualiseer dan a.u.b. eerst de firmware van deze dLAN 200 AV-apparaten. De
actualiseringssoftware treft u aan in het downloadbereik van onze internetpa
-
gina www.devolo.com.
Sluit de dLAN 200 AV Wireless G met de netwerkkabel aan op de computer
of andere netwerkapparaten.
Steek de dLAN 200 AV Wireless G in een vrij stopcontact. Let erop dat het
apparaat geheel is ingestoken.
Voorkom zoveel mogelijk de verbinding via stekkerdozen. De transmissie van de
dLAN-signalen kan hier beperkt zijn. Zoek in plaats daarvan naar een vrij wand-
stopcontact.
2.4 Software installeren
2.4.1 Software voor Windows
Met behulp van de installatiewizard kunt u de volgende softwarecomponenten
voor gebruik van het apparaat onder het Windows-besturingssysteem installe
-
ren:
Met de devolo dLAN-configuratiewizard wordt het dLAN 200 AV-net-
werk individueel gecodeerd.
De devolo Informer kan dLAN-apparaten in het dLAN-netwerk opzoeken
en informatie over deze apparaten geven.