User Manual

18 Ingebruikneming
devolo dLAN 550 WiFi
dLAN 550 WiFi in een bestaand Wi-Fi-netwerk
integreren
Stel de Wi-Fi-verbinding met uw laptop, tablet of
smartphone in, door de eerder genoteerde WiFi-
code als netwerkbeveiligingscode in te voeren.
Om te waarborgen dat de dLAN 550 WiFi dezelfde Wi-
Fi-configuratie als uw Wi-Fi-router heeft, kunt u de Wi-
Fi-toegangsgegevens met een druk op de knop overne-
men. De WiFi Clone functie kan op verschillende ma-
nieren worden geactiveerd:
WiFi Clone via een druk op de knop activeren
Druk eerst op de coderingsknop met het huis-
symbool op de voorzijde van de dLAN 550 WiFi
en daarna op de WPS-knop van de Wi-Fi-router,
waarvan de toegangsgegevens moeten worden
overgenomen.
of
WiFi Clone via de configuratie-interface active-
ren. Meer informatie over deze functie vindt u in
hoofdstuk 4 Netwerkconfiguratie
WiFi Clone.
Om de dLAN 550 WiFi in een bestaand Wi-Fi-
netwerk met devolo WiFi-apparaten uit de
500-serie (bijv. dLAN 500 WiFi of
dLAN 500 Wireless+) op te nemen, moet u de
instellingen van uw bestaande Wi-Fi-configuratie
handmatig op de configuratie-interface van de
dLAN 550 WiFi overdragen.
Meer informatie over de configuratie-interface
vindt u in hoofdstuk 4 Netwerkconfiguratie.
3.3.2 Starter Kit en Single – opbouw van
een nieuw dLAN-netwerk
Sluit de dLAN 550 duo+ aan op de netwerkaan-
sluiting van uw internet-toegangsapparaat.
Steek de dLAN 550 WiFi in een stopcontact/
wandstopcontact. Zodra de controle-LED van de
coderingsknop met het huissymbool wit brandt
(na ca. 40 s), is de adapter klaar voor gebruik.
Om de adapter van het stroomnet los
te koppelen, trekt u het apparaat uit
het stopcontact. De contactdoos en
alle aangesloten netwerkapparaten
moeten goed toegankelijk zijn, zodat
u indien nodig de netstekker snel
kunt losmaken.
dLAN 550 duo+ en een dLAN 550 WiFi met een
dLAN-netwerk verbinden
Voordat u de adapter in een dLAN-netwerk kunt toe-
passen, moet u eerst verbinding maken met een net-
werk. Dit gebeurt door het gemeenschappelijk gebruik