User Manual

10 Introductie
devolo dLAN 550 WiFi
Het door een bepaald zendkanaal (van 1 tot 13) en
naam (SSID) van een zendstation opgezet draadloos
netwerk heeft slechts een beperkte reikwijdte. Het ook
„radiocel” genoemde ontvangstbereik van een access-
point wordt in het bijzonder door gebouwmuren sterk
beperkt. Vaak is alleen in dezelfde ruimte een stabiele
draadloze verbinding tussen verschillende WLAN-ap-
paraten mogelijk.
Omdat de netwerktoegang in WLAN natuurlijk niet, zo-
als bijvoorbeeld in LAN (via netwerkkabels) of dLAN
(via stroomnet) kan worden gecontroleerd, stelt de
vrije overdracht van data door de ruimte natuurlijk bij-
zondere eisen aan de beveiliging van het netwerk.
Daarvoor is een hele serie veiligheidsmaatregelen ge-
emplementeerd, zoals bijvoorbeeld een verdekte naam
voor het radiografische netwerk (SSID), de codering
van de overgedragen data en een toegangscontrole via
de identificatie (MAC-adressen) van de radiografische
netwerkkaarten.
2.2.1 Wi-Fi of WLAN?
Wi-Fi is een merk van de Wi-Fi-alliance, een consorti-
um, dat apparaten met draadloze interface certificeert.
In vele landen wordt Wi-Fi ook als synoniem voor
WLAN gebruikt, wat strikt genomen niet correct is, om-
dat Wi-Fi de draadloze standaard is en WLAN het
draadloze netwerk.
2.3 De dLAN 550 WiFi
De dLAN 550 WiFi is uitgerust met
een coderingsknop (huissymbool) met LED-status-
indicatie,
een Wi-Fi-knop met LED-statusindicatie,
De LED-statusindicatie kan via de
configuratie-interface van de adap-
ter worden uitgeschakeld (zie 4.6 Be-
heer).
een netwerkaansluiting,
een resettoets,
twee interne Wi-Fi-antennes.
Afb. 2