Operation Manual

Wielen en banden
15
176 Caravan - 14-09 - NL
Wiel vervangen: Remwiggen of andere geschikte voorwerpen onder de tegenover gelegen
wielen leggen om het voertuig te beveiligen (Afb. 166).
Reservewiel uit de reservewielhouder nemen.
Bij een zachte ondergrond een stabiele onderlegger onder de wagenkrik
leggen, bijv. een houten plank.
In de handel verkrijgbare wagenkrikken:
In de handel verkrijgbare schaarkrik (Afb. 167) of hydraulische wagenkrik aan
het frame of de as zetten.
AL-KO-wagenkrik:
Het insteekprofiel (Afb. 168,2) van de AL-KO-wagenkrik tot aan de aanslag in de
opname-inkeping (Afb. 168,1) schuiven.
AL-KO-wagenkrik:
AL-KO-wagenkrik met één hand vasthouden en met de andere hand aan de
handslinger (Afb. 168,4) met de klok mee draaien tot de voetplaat (Afb. 168,3)
contact maakt met de grond en vlak staat.
Wielschroeven met wielsleutel enkele slagen losdraaien, maar niet eruit
draaien!
Voertuig optillen, tot het wiel zich 2 of 3 cm boven de grond bevindt.
Wielschroeven eruit draaien en wiel afnemen.
Reservewiel op wielnaaf zetten en afstellen.
Wielschroeven erin draaien en kruisgewijs licht aandraaien.
Wagenkrik naar beneden draaien en verwijderen.
Wielschroeven met wielsleutel gelijkmatig aandraaien. De gewenste waarde
van het aandraaimoment van de wielschroeven ligt bij 90 Nm voor stalen
velgen resp. 110 Nm voor aluminiumvelgen.
15.5.4 Wiel vervangen bij aluminiumvelgen
X De draagvlakken van de wielen op de remtrommels moeten schoon en
braamvrij zijn.
X De wielen alleen met de bijgevoegde bevestigingsdelen in eerste instantie
licht aandraaien en controleren op een foutloos draagvlak en een foutloze
vrije loop. Vervolgens de wielschroeven met een draaimomentsleutel kruise-
lings vastdraaien.
X Bij verschillende asuitvoeringen zijn geen centrering (centreerhulp), geen
band en geen bouten aanwezig. Er moet op gelet worden dat de wiel-
schroeven gelijkmatig over de boutgaten worden gecentreerd (niet kan-
telen).