Operation Manual

Wonen
7
55Caravan - 10-12 - NL
Rolhor De rolhor bevindt zich in de rolgordijnbehuizing bovenaan.
Sluiten:
Rolhor aan de greep (Afb. 39,1) naar beneden trekken en aan beide zijden van
het raamkozijn in de vergrendeling (Afb. 39,3) hangen.
Openen:
Greep (Afb. 39,1) naar beneden drukken en de greep daarbij licht naar binnen
trekken. De rolhor uit de vergrendelingen links en rechts aan het raamkozijn
nemen.
Rolhor met de greep langzaam terugschuiven.
7.5.4 Verduisteringsrolgordijn voorraam
Het voorraam is voorzien van een verduisteringsrolgordijn.
Verduisteringsrolgordijn Het verduisteringsrolgordijn bevindt zich in de onderste rolgordijnkast.
Sluiten:
Trek het verduisteringsrolgordijn aan de inkeping (Afb. 40,2) omhoog.
Openen:
Trek het verduisteringsrolgordijn (Afb. 40,1) aan de inkeping (Afb. 40,2) omlaag.
7.6 Dakluiken
Afhankelijk van het model zijn in het voertuig dakluiken met of zonder kunstma-
tige ventilatie ingebouwd. Als er een dakluik zonder kunstmatige ventilatie is inge-
bouwd, vindt de ventilatie plaats met de paddestoeldakventilatoren.
Afb. 40 Verduisteringsrolgordijn voor-
raam
1 2
X De ventilatieopeningen van de kunstmatige ventilatie altijd open houden.
Kunstmatige ventilatieopeningen nooit afdekken, bijv. met een wintermat,
of dichtzetten. Kunstmatige ventilatieopeningen vrijhouden van sneeuw en
bladeren.
Z De dakluiken zijn uitgerust met verduisteringsrollo of vouwverduistering en
met rolhor of vouwbare hor. Verduisteringsrollo's en rolhorren springen na het
losmaken van de vergrendeling door trekkracht automatisch terug in de uit-
gangspositie. Om het trekmechanisme niet te beschadigen het verduisterings-
rollo of rolhor vasthouden en langzaam in de uitgangspositie terugbrengen.
Z Rolgordijnen niet gedurende langere tijd gesloten houden, anders kan er mate-
riaalvermoeidheid optreden.