Operation Manual
Elektrische installatie
9
88 Caravan - 12-11 - NL
Laadtoestand Om de woonruimteaccu te sparen, mag niet meer dan 80 % van de accucapaciteit
worden gebruikt. Controleer daarom regelmatig de laadtoestand van de woon-
ruimteaccu. De laadtoestand van de woonruimteaccu kan op het paneel worden
afgelezen.
Energievoorraad De woonruimteaccu heeft slechts een begrensde energievoorraad. Daarom
moeten elektrische verbruikers niet gedurende een langere periode worden
gebruikt, als het voertuig niet aan de 230-V-voorziening is aangesloten of de motor
van het trekvoertuig is uitgeschakeld.
9.3.3 Woonruimteaccu laden (Autark-pakket)
Laden met 230-V-
voorziening
Als het voertuig op de 230-V-voorziening is aangesloten, wordt de woonruimte-
accu via het ingebouwde laadapparaat bijgeladen. De laadstroom wordt aan de
laadtoestand van de accu aangepast. Daardoor is overladen niet mogelijk.
Om de volle capaciteit van de laadmodule in het elektroblok te gebruiken, dienen
alle elektrische verbruikers tijdens het laden uitgeschakeld te worden.
Z Een zinvolle meting van de laadtoestand kan pas 4 uur na de acculading
gebeuren. Direct na het laden is de accuspanning hoger en daalt na ca. 4 uur tot
de zogenaamde rustspanning. De rustspanning geeft de laadtoestand aan.
Rustspanning (gemeten bij de polen) Laadtoestand
Groter 12,80 V 100 %
Ca. 12,55 V 75 %
Ca. 12,32 V 50 %
Ca. 12,18 V 25 %
Kleiner 12,00 V 0 %
X Accuzuur in de accu is giftig en bijtend. Ieder contact met de huid of de ogen
vermijden.
X Bij het laden met een extern laadapparaat bestaat explosiegevaar. Accu
alleen in goed geventileerde ruimtes en ver verwijderd van open vuur of
mogelijke vonkbronnen laden.
X Om de woonruimteaccu op te laden met een extern laadapparaat de accu
altijd uit het voertuig bouwen.
Z Accukabels niet op de verkeerde polen aansluiten.
Z Het contact van het trekvoertuig niet bedienen als de woonruimteaccu is losge-
koppeld en de caravan en het trekvoertuig elektrisch met elkaar zijn ver-
bonden. Kortsluitingsgevaar!
Z Voor het los- en vastklemmen van de woonruimteaccu de motor van het trek-
voertuig uitschakelen, de 230-V- en de 12-V-voorziening alsmede alle verbrui-
kers uitschakelen. Kortsluitingsgevaar!
Z Voor het laden van de accu controleren of het externe laadapparaat voor het
accutype geschikt is.
Z De gebruiksaanwijzing van het laadapparaat in acht nemen.
Z Bij overlading wordt de woonruimteaccu onherstelbaar beschadigd.