Operation Manual

Elektrische installatie
9
85Caravan - 12-11 - NL
9Elektrische installatie
Hoofdstukoverzicht
In dit hoofdstuk staan instructies voor de elektrische installatie van de caravan.
De instructies hebben betrekking op:
z de veiligheid
z verklaringen van begrippen met betrekking tot de accu
z het 12-V-boordnet
z de woonruimteaccu
z het laden van de woonruimteaccu
z het stroomvoorzieningsapparaat
z het elektroblok
z het paneel
z het 230-V-boordnet
z de aansluiting op de 230-V-voorziening
z de zekeringenindeling
z de aansluiting aan het trekvoertuig
De bediening van de op elektriciteit werkende apparaten van de woonopbouw is
in hoofdstuk 10 beschreven.
9.1 Algemene veiligheidsinstructies
Het voertuig biedt tijdens onweer een veilig onderkomen (Faraday-kooi). Voor de
zekerheid echter de 230-V-aansluiting ontkoppelen en de antennes induwen ter
bescherming van de elektrische apparaten.
9.2 Begrippen
Rustspanning De rustspanning is de spanning van de accu in rusttoestand, d.w.z. er wordt geen
stroom opgenomen en de accu niet geladen.
Ruststroom Sommige elektrische verbruikers, zoals bijv. klok en controlelichten hebben con-
tinu elektrische stroom nodig; deze worden daarom ook wel als stille verbruikers
aangeduid. Deze ruststroom stroomt ook bij uitgeschakelde 12-V-voorziening.
Diepontlading Diepontlading van de accu dreigt wanneer een accu door ingeschakelde verbrui-
kers en door ruststroom volledig wordt ontladen.
Capaciteit Als capaciteit wordt de hoeveelheid elektriciteit aangeduid, die een accu kan
opnemen.
De capaciteit van een accu wordt in ampère-uren (Ah) aangegeven. Als een accu
een capaciteit van 80 Ah heeft, kan de accu 80 uur lang een stroom van 1 A of
40 uur lang 2 A geven.
Externe invloeden zoals temperatuur veranderen het opnamevermogen van de
accu.
X Alleen vaklieden aan de elektrische installatie laten werken.
Z Diepontlading is schadelijk voor de accu.