Operation Manual

Gasinstallatie
8
78 Caravan - 12-11 - NL
8.2 Gasflessen
X Propaangas is gasvormig tot -42 °C, butaangas daarentegen slechts tot 0 °C.
Bij lagere temperaturen is er geen gasdruk meer aanwezig. Butaangas is niet
geschikt voor gebruik in de winter.
X De gasslang op de aansluiting van de gasflessen regelmatig op dichtheid
controleren. De gasslang mag geen scheurtjes vertonen en niet poreus zijn.
De gasslang uiterlijk 10 jaar na productiedatum in een erkende werkplaats
laten vervangen. De gebruiker van de gasinstallatie moet voor de vervan-
ging zorgen.
X De gaskast is door zijn functie en constructie een ruimte met opening naar
buiten. De standaard ingebouwde kunstmatige ventilatie nooit afdekken of
dichtzetten. Ontsnappend gas kan anders niet naar buiten worden wegge-
leid.
X De gaskast niet als opbergruimte gebruiken, omdat er geen vocht kan bin-
nendringen.
X De gaskast beveiligen tegen de toegang van onbevoegden. Daarvoor de
toegang afsluiten.
X De hoofdafsluitkraan op de gasfles moet toegankelijk zijn.
X Alleen apparaten op gas (bijv. gasgrill) aansluiten die voor een gasdruk van
30 mbar zijn bedoeld.
X De gasafvoerbuis moet aan de verwarming en aan de schoorsteen goed
afsluiten en stevig vastzitten. De gasafvoerbuis mag niet beschadigd zijn.
X De rookgassen moeten onbelemmerd naar buiten kunnen stromen en de
verse lucht moet onbelemmerd toe kunnen treden. Daarom de gasafvoer-
schoorsteen en inlaatopeningen schoon houden en vrijhouden (bijv. van
sneeuw en ijs). De onderrand van het voertuig mag niet met flappen of door
sneeuwwallen worden afgesloten.
X Gasflessen alleen in de gaskast meenemen.
X Gasflessen in de gaskast verticaal plaatsen.
X Gasflessen beveiligd tegen draaien en kantelen vastbinden.
X Als de gasflessen niet op de gasslang zijn aangesloten, altijd de beschermkap
aanbrengen.
X Hoofdafsluitkraan aan de gasfles sluiten voordat de gasdrukregelaar of de
gasslang van de gasfles wordt verwijderd.
X Gasdrukregelaar of gasslang op de gasfles alleen met de hand aansluiten.
Geen gereedschap gebruiken.
X Voor het gebruik in voertuigen uitsluitend een speciale gasdrukregelaar met
veiligheidsventiel gebruiken. Andere gasdrukregelaars zijn niet toegelaten
en voldoen niet aan de hoge eisen.
X Bij temperaturen onder 5 °C ijsbestrijdingsinstallatie (Eis-Ex) voor gasdrukre-
gelaar gebruiken.
X Alleen gasflessen van 11 kg of 5 kg gebruiken. Campinggasflessen met inge-
bouwd terugslagventiel (blauwe flessen met een inhoud van max. 2,5 resp.
3 kg) mogen in uitzonderingsgevallen met een veiligheidsventiel worden
gebruikt.
X Voor buitengasflessen zo kort mogelijke slangen gebruiken (max. 150 cm).
X Blokkeer nooit de ventilatieopeningen in de vloer onder de gasflessen.