Operation Manual
Voor het rijden
4
26 Caravan - 12-11 - NL
Aankoppelen: De caravan aankoppelen (zie sectie 4.4). De koppelingsmond en de kogel
moeten in elkaar grijpen en mogen niet los op elkaar liggen. De koppelings-
mond moet de kogel volledig omsluiten.
De kabel van de afbreekrem met een lus om de kogelkop van de trekhaak van
het trekvoertuig hangen. Daarbij op de lengte van de kabel letten: De kabel
mag niet over de grond slepen of in bochten de remfunctie activeren.
Het neuswiel helemaal naar boven draaien. Daarna het neuswiel optrekken en
in de rijrichting zetten.
De aansluitstekker van de caravan in de contactdoos van het trekvoertuig
steken. Erop letten, dat de neuzen van het beschermingsdeksel aan de stekker
ingrijpen. De neuzen verhinderen, dat de stekker tijdens de rit losraakt.
De verbindingskabel in een losse strik over de dissel leggen. Let erop, dat hij
niet over de grond kan slepen.
Controleren of de aanhangerkoppeling juist op de koppelingskogel zit. Let op
de veiligheidsindicatie.
Controleren of alle kriksteunen en het neuswiel omhoog zijn gedraaid.
De lichtinstallatie van de caravan controleren bij aangesloten trekvoertuig.
X Let erop, dat het inwendige van de koppeling niet is vervuild en dat de
beweegbare delen van de koppeling (niet de kogelopname) zijn gesmeerd.
X Bij gebruik van een veiligheidskoppeling de kogel niet smeren. De frictievoe-
ringen worden tegen de kogel aan gedrukt en genereren daardoor een slin-
gerdempingsmoment. Deze slingerdemping is alleen dan gegarandeerd, als
de kogel van het trekvoertuig wordt ontdaan van vet en andere achterblijf-
selen. Let er bij het insmeren van de veiligheidskoppeling op, dat er geen olie
of vet op de frictievoeringen belandt.
Z Caravan met oplooprem: Caravan niet met opgelopen rem aan- of afkoppelen.
Z Aanhangerkoppeling met afneembare trekhaak: Als de trekhaak verkeerd
gemonteerd is, kan de aanhanger losbreken. Gebruiksaanwijzing van de aan-
hangerkoppeling in acht nemen.
Z Om het voertuig aan te koppelen het neuswiel omlaag draaien en op de grond
laten rusten.
Z De stabiliseringshendel van de veiligheidskoppeling mag niet worden gebruikt
als rangeerhulp.
Z Controleren of de aansluitstekker van de caravan in de contactdoos van het
trekvoertuig past. Als aansluitstekker en contactdoos verschillen, bij de geauto-
riseerde dealers en werkplaatsen naar aansluitmogelijkheden informeren.
Z Verdere informatie over de veiligheidskoppeling ontlenen aan de aparte
gebruiksaanwijzing van de fabrikant.