Operation Manual
Wielen en banden
14
175Caravan - 12-11 - NL
14Wielen en banden
Hoofdstukoverzicht
In dit hoofdstuk staan instructies voor de banden van het voertuig.
De instructies hebben betrekking op:
z de keuze van de banden
z de omgang met de banden
z het verwisselen van de wielen
z de reservewielhouder
Aan het einde van het hoofdstuk vindt u een tabel, waarin de correcte banden-
spanning voor uw voertuig kan worden gevonden.
14.1 Algemeen
In acht nemen:
Banden regelmatig (om de 14 dagen) nakijken op gelijkmatige profielslijtage,
profieldiepte en uitwendige beschadiging.
De door de wetgever voorgeschreven minimumprofieldiepte in acht nemen.
Altijd banden van dezelfde bouwwijze, hetzelfde fabrikaat en dezelfde uitvoe-
ring (zomerbanden of winterbanden) gebruiken.
Alleen voor het velgtype toegelaten banden gebruiken. De toegelaten velgen-
maten en bandenmaten staan in de voertuigpapieren van het voertuig, maar
ook de geautoriseerde dealer of het servicepunt geeft u graag advies.
Nieuwe banden op een traject van ca. 100 km met gematigde snelheid inrijden,
aangezien pas dan de volledige grip is verkregen.
X Regelmatig voor het begin van de rit of iedere 2 weken de bandenspanning
controleren. Een verkeerde bandenspanning veroorzaakt overmatige slij-
tage en kan de banden beschadigen of zelfs doen klappen. Het voertuig kan
uit controle raken.
Z Bandenspanning alleen controleren bij koude banden.
Z Aan het voertuig zijn binnenbandloze banden gemonteerd. Monteer nooit bin-
nenbanden in deze banden.
Z Bij aluminiumvelgen mogen er geen sneeuwkettingen worden gebruikt.
Z Bij bandenpech de auto met caravan naar de rechter zijde van de weg rijden. De
auto met caravan beschermen met een gevarendriehoek. Waarschuwingsknip-
perlicht aanzetten.
Z Bij voertuigen met tandem-as kan het afhankelijk van het systeem komen tot
extra bandenslijtage.
Z Banden mogen niet ouder zijn dan 6 jaar omdat het materiaal mettertijd broos
wordt. Het viercijferige DOT-nummer op de zijkant van de band geeft de pro-
ductiedatum aan. De eerste twee cijfers geven de week aan, de laatste twee het
productiejaar.
Voorbeeld: Week 15, productiejaar 2009.